d. i. Zijt gedachtig aan uw woord.
De Heer k a a n gaf ons indertijd het gewigt dezer munt, toen in zijn bezit,
op te zijn 1,8 w., en wijlen de Heer k e e r 1,64 w.
N° 38 heeft op de vz. de zelfde type als N° 38, doch het omschrift is:
>$< aiov,' * n o 1 * g p i' * to r ts isg to ' * u r n .
Op de kz. vertoont zieh thans een versierd, gevoet kruis, welks beenen tot
aan den rand der munt reiken ; tusschen die beenen ziet men beurtelings 2
leliën en 2 leeuwtjes, terwijl in het hart des kruises het wapenschildje van het
Sticht zigtbaar is. Omschrift :
PI2STO I MISS ] RIGOR | TOV2S D.
d. i. Fiat misericordia tua Domine; Door Uwe barmhartigheid geschiede het,
o Heer.
Weegt in de Verzamèling van den Heer v a n c l e e f f 1,8 w. en was ook b ij
Professor s e r r u r e .
N° 39 verschilt van de vorige groot bijna alleen in de omschriften; thans
luidt dat der vz. :
ÎBOB'* KO'* SPI'* WRKISGWS'* 1Ä9Ä
en dat der kz. (die door onze schuld in eene verkeerde rigting op de PI. voorkomt) :
DOMB [ FITS® * SB | ISSRIG | O * TOV2S.
d. i. Domine fiat misericordia tua.
Weegt 1,8 w. bij den Heer v a n c l e e f f en was ook bij Prof. s e r r u r e .
N° 4 0 , een halve groot of dusgenaamde 'oord, heeft op de vz. de zelfde type
als de drie zoo even beschrevene munten. Het omschrift is , na een tondeldoos :
* m o n ' * KO' * ©Pi' * t o r t s i s g . . . 9«.
Op de kz. bevindt zieh in het hart van een versierd kruis het wapenschild
van het Sticht, alles binnen een parelcirkel. Het omschrift is:
IBVSBI * Ö2SVID * SSRVV' * SB'
d. i. Inveni David serwm meum.
Weegt bij den Heer s t r i c k e r 1,1 w.; bij den Heer v a n c l e e f f 0,9 w.;
was ook bij Professor s e r r u r e .
N° 4 1 , een vierde groot, heeft op de vz. de zelfde type als de vorige munten.
Het omschrift is, na een tondeldoos in den rand:
IBVSBI * DTSVID * SSRVV' * SBS
Op de kz. ziet men in het hart van een klein versierd, gevoet kruis eene
lelie en tusschen de beenen van het kruis beurtelings lelien en leeuwen. Het
omschrift is:
9» sn o ’ * n o ’ * ecpi' * rc&2£ie:ecnie:ß 9ä (1494).
Dit muntje weegt, ä fleur de coin, bij den Heer v a n c l e e f f 0,52 w.; bij
den Heer s t r i c k e r 0,5 w.; bij wijlen den Heer k e e r 0,467 w.; een ander
exemplaar 0,44 w.
N° 42, waarschijnlijk dubbele stuiver geheeten, door ons aan v a n m i e r i s ,
PI. IX , N° 5 , ontleend, terwijl wij tot dus verre nog geen oorspronkelijk
exemplaar konden ontdekken, heeft op. de vz. het van boven schuins uitge-
snedene wapenschild van Bourgondie, rüstende tegen twee daarboven uitko-
mende dubbele bogen. In den rand.ziet men weder een tondeldoos en het
omschrift:
SBSSBSBWO • DOfBIHS • DKVID.
Op de kz. vertoont zieh het wapenschild van het Sticht , liggende op het hart
van een versierd, gevoet kruis. Omschrift:
SBOB | BOV | S P I ' | TORTS :
N° 43, een dubbele of enkele stuiver fiyiij durven niet te beslissen), heeft op
de vz. het Bourgondische wapenschild, dat het geheele veld der munt beslaat.
In den rand ziet men een tondeldoos en verder weder het omschrift:
SBSSBSBTOO • DOSBIBS • DTSVID.
De type der kz. is even als van de zoo even beschrevene N° 42. Het omschrift
luidt:
iBOBS | BOVTS | SPXjI' | TOR2SI.
Dat S P h l ', verkorting van Dphiscopus, is natuurlijk een- abuis van den stem-
pelsnijder.
Weegt 2,1 w. in het Koninklijk Kabinet.-
44 en 45 zijn misschien de n Mijns Heeren dubbelde stuivers,// waarvan
gewag is gemaakt in Bisschop David’s Ordonnantie van 1490 (zie boven bl. 201),
en zijn mogelijk te Hasselt geslagen. Wij ontmoeteden er in Priesland en Groningen
vier exemplaren van, aldaar opgegraven.
28