
 
        
         
		N°  6 ,  bij  de  Heeren  s t r ic k e r   en  boonzajer. ,  weegt  . . . .   0,6  w. 
 Een  dito  exemplaar  van  Meiner  diameter,  waarschijnlijk  een  
 obool,  in  bet  Kabinet  van  wijlen  den  Heer  k e e r  ,  weegt  .  0,36  w. 
 Eindelijk  de  obool  op  Pl.  XXVIII,  in  de Verzameling van  den Heer 
 MONNICKS  VAN  CLEEFF,  W e e g t ....................................................’  '  ’  0,3'  W. 
 Er  zijn  nog  meer  Kabinetten,  waarin  de  munten  van  dezen  Kerkvoogd  gevonden  
 worden. 
 Na  den  dood  van  Bisschop  Boudewijn  I I   ontstond  er, een  hevige  twist  tus-  
 schen  diens  broeder  Dirk,  Domproost  te  Utrecht,  en  Aarnoud  van  Isemhurg,  
 Proost  van  Deventer,  die  beide  naar  de  opvolging  dongen,  terwijl  de  eerste  
 door  de  Utrechtsehen  en  Hollanders,  de  laatste  door  de  Overijsselschen  en 
 Gelderschen  werd  voorgestaan. 
 Aangèzien  het  oorlogsvuur  hierdoor  weldra  in  volle  vlam  dreigde  te  zullen  
 uitbarsten,  gaf Keizer  Hendrik VI  den  raad  om  de beslissing  tusschen  de  twee,  
 ZOO  magtig  ondersteunde,  mededingers  aan  den  Paus  over  te  laten,  waarop 
 beide  dan  ook  naar  Rome  trokken. 
 Gedurende  dit  ledig  staan  van  den Bisschoppelijken stoel voerde Graaf Dirk V II  
 van  Holland,  op  Keizerlijk  bevel,  het  wereldlijk  bewind  over  het  Strcht|Moch  
 de  Overijsselaars,  bewoners  van  het  Oppersticht,  weigerden,  op  aanstoken  van  
 Otto,  Graaf van  Gelderland,  de  opbrengst der verschuldigde  belastingen.  Zulks  
 gaf  s a d eiBing  tot  ebnen  veldslag,  waarin  de  Hollandsehe  Graaf  de  overwmmng  
 behaalde.  • 
 Gedurende  dezen  oorlog  stierf  Aarnoud  van  Isemburg  den  8  April  1198  te  
 Rome.  Zijn  tegenstander,  de  Proost  Dirk,  werd  hierop  door  den  Paus  beves-  
 tigd,  doch  overleed  op  zijne  terugreis  naar Nederland,  in het zelfde jaar, tePavia. 
 Wij  gissen,  dat  de  denarius,  door  ons  op  Pl.  VI  onder  het  opschrift  sede  
 vacante,  1197,  medegedeeld,  in  gemeld  jaar,  gedurende  het  Stadhoudersohap  
 van  den  Hollandschen  Graaf  Dirk  VII  te  Utrecht,  door  de  oproerige  Opper-  
 Stichtschen  zal  geslagen  zijn.  De- munt  heeft  op  de  vz.  een  kerkje,  zinnebeeid  
 der  Deventerscbe  hoofdkerk  (aan  den  Heiligen  Lebuinus  gewijd).  Omschrift; 
 f r   D7ÏVGUWSB. 
 Op  de  kz.  ziet  men  een Karolingisch  kruis, waarover dwars  een Bisschops-  (?)  
 staf  ligt,  terwijl  tusschen  twee  beenen  zieh  even  zoo  vele  arendjes  (de  arend  is  
 het  wapenschild  van  Deventer)  vertoonen.  Het  omschrift  is  wederom: 
 f r   DAVSIOTSR. 
 Weegt  0,4  w.  en  is  door  ons  aangetroffen  in  het  Kabinet-  des  Heeren 
 BOONZAJER. 
 Door  de  goedheid  van  den  Heer  thomsen  ontvingen  wij  uit  Koppenhagen  de  
 teekening  eener  zieh  aldaar  bevindende  zeer  zeldzame munt,   die  wij  tijdens  den  
 ontvangst  en  de  dadeiijk  daarop  gevolgde  gravure  van  Pl.  XXVIII  meenden  te  
 moeten  toekennen  aan  Bisschop  Dirk  van  der  Aare ;  doch  thans,  ons  meer  be-  
 daard  zettende  tot  het  schrijven  van  den  tekst  bij  onze  platen,  hellen  wij,  
 wegens  de  afwezigheid  van  eens  Bisschops  afbeelding,  gelijk  ook  van  het  woord 
 EPISCOPVS 
 achter  den  naam 
 THEODER1CVS, 
 er  toe  over  om  den  denarius  toe  te  kennen  aan  den  Domproost  Dirk  of Theo-  
 dericus,  aan  wien  Keizer  Hendrik  V I ,  in  afwachting  van  ’s Pausen  nadere  beslissing, 
   inmiddels  den  mijter meende  te  mögen  toekennen.  Wij  twijfeien  dus  
 niet  of  wij  hadden  met  meer  grond  boven  de  munt  kunnen  laten  plaatsen: 
 DIRK  PROOST, 
 S e d e   V a c a n t e ,   1197. 
 Op  de  vz.  ziet  men,  even  als  op  de  Sede  Vacante-munt  van  Pl.  V I,  een  
 kerkje,  met  het  omschrift: 
 f r   TSODSBIGVS. 
 Op  de  kz.  weder  een  Karolingisch  kruis,  kromstaf  en  arendjes.  Omschrift:  
 f r   DAVSUTSB. 
 Beide  de  zoo  even  beschrevene  muntjes  worden  niet aangetroffen  in  het groote  
 werk  van  z e p e r n ic k ,  Ueber  die  Capitels-  und  Sedisvacanzmünzen. 
 Op  de  tijding  van  het  overlijden  van  den  Proost  Dirk,  gekozen  Utrechtsch  
 Bisschop,  ging  de  Geestelijkheid  des  Bisdoms  tot  eene  nieuwe  keuze  over,  en  
 deze  viel  op  Dirk  van  der  Aare,  Proost  van  Maastricht. 
 '  8