der mimten zal blijken, nimmer voorgekomen is)^ ter waarde van den halven
Damdsguläen, terwijl verder gewigt en gehalte in verhouding moesten zijn tot
den gekeelen Daminusgulden.
CeDEL OM ENEN HÄLUe I>nS OPTE PEttLlPPÜS GULDEN TE MUTEN.
Mijn genedige heer uan Utrecht hefft beliefft en, geconsen teert, dat sinre ge- itf. 53.
naden Muntmeyster franck aertsz. uan papenuelt in sinre genaden -müte sali
moegen maken enen golden penninck, ende sali heyten enen haluen dominus
o-ulden, end§ sa^ gelden enen haluen dauidtschen gülden, te weten twaelfi*stuuers-
brabants ofte uier ende twynticb groün vlaems, Ende sali houden xiiij karaten
fins gouts, Ende uan hondert drie ende uiertich in een marck troys, Ende tot
remedie anderhalff greyn Jn alloye, Ende Jnt gewichte enen Jngelschen, soe
salmen maken vuyt een marck fins gopts twee hondert uier ende uiertich der-
seluer gülden en x x v j groün vlaems xvVg mijten, daer die coepman uan sall hebn
voer een marck fins goijdts twee hondert dertich derseluer gülden, Ende voer
den alloye, die,tot»een marck fins gouts behoert, sali costen xxi sch., gerekent
Jn halue dnos gülden thfen derseluer gülden ende z.ess stuiuers, Ende mijn gen
heer sali hebben uoer sinre gen sleyschat uan elcken marck fins gouts vier sch.
vi g , soe blijffter noch voor die werckluyde, müters ende uoer smelten, lakinge
ende brassagie ende voer den miintmeister vier sch. viii $ xv*/2- önjte ende nyet.
meer, Het alloye,; daer de uoeräcr. halnen gülden mede sali gealieert: wesen,
moet houden ix % coninx siluer, Ende den coopman sali hebben voer zijn alloye.
xxx sch. gröön vlaems müte voerscr., Eude die voerscr. mütmeyster sali ontfaen
dat gout ende siluer, alsmen dat Jn brabarit ontfangt, Beliefft ende geconsen-
tiert biji mijneü genedigen heren uoeiscr. optea xxiiun ctaöh Juüij An an etc.
decimo nonö. j
Eindelijk, beval onze Bisschop op den 24 Eebruarij. desjaars 1520 de mun-
ting te Hasselt van een driemijt&tukje, dat den naam zoude dragen van // pen-
nincksken.//:. Hefe ^oüde houden 22 grein in gehalte en 440 stuks zouden een
mark maken. Wij meenen dat dit stukje of niet geslagen is geworden of gebeel
verloren is gegäan, terwijl wij vroeger als stedelijke munt van Basselt derge'lrjke
muntjes hebben medegedeeld op PI. XVII oflzer Munten der Heerm en Steden
van Ooerijssel.
Zie hier de Ordormantie, Waarbij hefe ¿laanvan het driemijtstukje bevolen wordt:
GöMISSIE VPTEN MÜTMEESTEK EEN SILUÄN PENN1C8.CHEN TE MUNTEN.
Mijn genedige lie van Vtrecht heft belieft ende geconsentiert, da* zijnre ge» J?ol. .61.
naden mUtmeyster franck aertsz. van papenuelt in sinre genaden müte to hasselt
sali moegen maken enen silneren penninck ende sali hejten een pehnincksken,
Ende sali gelden drie mijten vlaems, Ende sali houden x x i j gr. Jnden alloje,
Ende uier hondert ende uiertich penmgen Jnden sneede, daeraff die mUtmeyster
lo tiemcdy hebn sali anderhalff greyn op elck marck wercks, Ende zesthien
peUnlgen Jn den sneede op elck marck wercks. Daeraff mijn gen he tot sley-
sehat hebn sali uan elck merck Ans siluers zess stuuers brabants, Ende die
eoopmatt iall hebben noer een marck fins siluer nijff ende uiertich ecbffiinge,
soe salmen maken vuyt een marck fins siluers isestich Schillinge, Ende worde (1)
die muntmeyster in die remedy beuonden sali wesen tot profijt mijns gen hen,
Beliefft en geconsenteert bij mijn ,geH hen voerscr. bynnen sinre gen stadt
Campen opten XKiiuev dach februarij Anno etc. vicesimo.
Gaan wij thans over tot de beschrijvmg der munten, Wffte wij van dezen
Kerkvoö^d in alle ons ten dienste gestaan hebbende Verzameiingen, zoo open-
bare als'^ijzondere, bebbdn kunnen opsporen.'
En dan geven wij in de eerste plaats op PI. XXII offder F 1 de afbeel-
ding van den Dominvsgulden.
Op de vz. ziet men den Bisschop met het Evangeliebödk in zijne linker- en
den staf in zijne regterhand in eenen zoogenaamden Gotbischen zetel zittende;
voor hetd bevindt zicb het wapenschild des Bisdoms. Het omsehrifl luidt:
. tROßSWK *'I2(P | PHI' 1 eCPI * WB5S'
welke wöorden geene vertaling noodig hebben.
Op de kz. bevindt zieh bet zaamgestelde wapenschild van Gud- en Hieuvv-
Bourgondie binnen een eompartiment, bestaande ult drie ciikelbögen, vereenigd
door even zoo vele uitspringende drieböeken. Tet zijde der drieboeken ziet men
als sieraad twee oirkeltjes, dus te zamen zes. Alles is gevat binnen eeneti pä-
relrand. Het omsdhrift is:
»J. HVDEVHVMS' * HBHSTE * SI * SUE * PßVDS'HUK.
(1) Dit woord is niet goed leesbaar; er is in geklad.