Lobede (Toi te), 64; thans Lobith, aldaar.
L odewich {Mcyster), Muntmeester der stad
Utrecht, 305. •
L odewIjk de Vroome (Keizer) schenkt, de
tienden van alle Koninklijke inkomsten
aan het Sticht, 9.
L o d ew ijk (Koning), jongste zoon van Keizer
L o d ew ijk den Proomen, 11.
L o d ew ijk (De Heilige), 2 8 8 noot.
L o d ew ijk van Beijeren (Keizer), gouden
schilden van dezen, 288.
L o d ew ijk de Rijke van Beijeren, 2 5 1 .
L oef R eijersz. , burger van Utrecht,
375,
Loenen, 88.
Loenresloot (Henrik van), 121, 122.
Lokhorsten. Zie Ligtenbergers.
L o lla rd (Ma t th a eu s ) , een ketter, 135.
Lood zilvers, 130.
Looden stukken van Utrecht, 322.
Loon (De Graaf van) , 59.
L oon (G. van) , Nederlandsche Historie-
penning en, 277.
Losrenten, $69*
L o th a r iu s (Keizer), 4 4 ; in 1 1 3 7 overle-
den, 45; giftbrief van Keizer , 10.
L otharitjs van Saksen (Hertog), 4 2 .
L o t h a r iu s , Proost van Deventer, 3 2 4 .
Loven en Brussel (Dubbelde penning van),
371. Zie onze Munten van Braband en
Limburg, PI. XXXI, N° 3; Stuiver van
Loven en Brussel, zie aldaar PI. XX,
j j 2 0 .
L u b b e r tu s (De Abt) van E gm o n d , 7 8 .
Luchienburg ( J acob van), 106.
L uDg er (De Pries), Bisschop van Utrecht,
10; er zijn waarschijnlijk twee L u dg er’s
in de 9e eeuw geweest, aldaar noot.
Luik (Bisdom van), vroeger dat van Ton-
geren, 5; de stad —, 48.
L u n e b u r g (P ran s v an) , 2 5 1 .
L u t h e r , 2 3 6 .
L uwere ( Im b r ech t d i e ) , Muntwaardijn,
336.
Lyoenen, welke muntsoort, 289; die van
den Graaf van St. Pol, 296.
M.
Maalstat, 143.
Maantjes {Halve) .op munten, 69.
Maarschalken, 150, 154;, Maarschalken
van den Utrechtschen Bisschop, 242,
Maabten (St.) of de Heilige Martinus van
Tours, 5; de zelfde in eenen Gothischen
zetel, 207.
Maas (De), 17.
Maastricht, 173; zeer oude munt geslagen
. te —, 27.
Mab illon, 7.
Maoare (Kabinet van den Heer), 25, 75,
77, 79, 83, 84, 85, 112, 113, 159.
Machteld, gemalin van Keizer H endrik Y
42.
Machtei.d (De Geldersche Hertogin), 133.
Ma d er , Kritißche Beyträge zur Münzkunde
des Mitlelalters, 84, 207.
M agnin, Kloosters in Brenthe, 67.
Male (Lodewijk van)’, Graaf, 285 noot,
288 noot, 289 noöt, 295.
Marga retha , gemalin van Keizer L odewijk
van Beijeren, Gravin van Holland ,105,288.
Margaretha, Landvoogdes der Nederlan-
den, 254.
Maria (De Maagd), 72.
Maria van Bourgondi'e (Huwelijk van), 193.
Mariakerk (Sint) te Utrecht, 36, 327, 328.
Marienwaard (Klooster), 269.
M ark (E verhard van der) , 251.
Mark muntmateriaal (Gehalte van het) in
de Bisschoppelijke Munt in de 14e eeuw.
120; Marken zilver, 50, 130; Marken
fyn goude, 169.
Marktveld te Utrecht, 188.
Marsch (De), 98.
Marteldood van Bonifacius, 54 noot.
Martinus Y (Paus), 168.
Maskon (Bisschop van), 1-72..
Matthaeus, 7; zijne Analecta, 127 , 175,
196; 300; zijn werk de Nobilitate, 304;
310; zijne Fundationes et fata Fcclesia-
rum, 199.
Maurice , Blason des Chevaliers de la
Toison d*Or, 182.
M a x i m i l i a a n vàri Oostenrijk (Huwelijk
van) I 193;- zijne latere handelingen ten
opzigte van Utrecht, 194; onderhandejt
met de ingezetenen, 195.
Mèchelinen, muntsoort, 363, 867,. 3711
Medemblik (Kasteei van), 9l ; kerkte —■
aan *t Sticht geschonke» ,- 42.
Meer kerk, 376.
Mees terpenningen, 151, 154.
Megen. Zie .B rimeu ; munten van — 129 0.
Me ije r (De. Heer J. de) , Numismatipus. te
Gend, 177.
Me ije r (De Heer J. P. G.) , Numisraaticus te
t *s Hage, 36, 41, 4347, . 63 ,, 68, 265.
Meijerij van ’s Herto,geuboscht, 263..
m exßeaOTO d o ì r i r s d k v id .
Opschrift op munten, 204. •
m e x ß o r* g j o t o v g r b i nw r , 215.
Memoria das moedas erri Portugal, ß68.
Memoriale rerum Trajècteksium'^%07 noot.
Memoriale op het Rijksareìiief, 181.
Mendicanten (Muntj^s gèslagén « teil behöe-
ven van den armen»), 315; |
Menso (De familie) te Rhenen, 9S noot.
Mentz (Bonifacius , Aartsbisschop -van) ,• 6.
Merghengelt ¿130.
Merövingische munten -(Type der), 2.
Merioe (De), 18. ' , ,
Merwede (Het landschap) , 34;• -door Keizer
- H endrik IV aan het Sticht geschonken ,
, aldaar.. - . Hjl ; ■
Metropolisi of moedérkerk^Kkafe#-de)Ivan
Utrecht,. 8i
Metz,,.227.
Meurs (Wapenschild van), 185.
Meurs (W alraven van) ,■ 168; door eenige
Kanunniken, na den- dood van Zweder
van Kuilenburg, tot Utrechtsch Bissehop
«•ekozeni 173; woorit te Dordrecht, later
te Arnhem, aldaar; verkreeg in 1440 de
waardiglieid van Kardinaal, 176. •
Mexico j 212.
Michielspenningen, 857. Zie .Dß Munten van
Overijssel*, PI. XVI en XYII, N° 2—4.
Middelburg (Klooster. té) in 1122, 42; Bis*
dom van —, 266.
Middelè&imschè mimten (Het grootste Kabinet.
van) in Europa, 67.
M i e r i s (F. v a n ) ,.j Hist, der Hederl. Forsten,
¿17; Bisschoppelijke Manien en Zeg eis
van, Uprecfrt, Jb'ò, 74, 97, 115, 125,
• 127*; 128t, ISO, 186 , 192, 203, 205,
220, 228, 239, 243, 250, 251, 333;
- Gharterboek' van Holland, Zeeland en
Utrecht f f ï 13, 15, 16, 81, 82, 156.
Mijdrtcht (H,et dorp) verbrand, 100. • .
Mijn den, (Wodter van) ; 122.
Mijns Heeren dubbelde stujvers ,217.
Mißen of veèlvoudén ^kn' ipijtén, 183,. 2Q5 ;
mijtën ook genáamd wwtórí enmutertgen,
311, 353.
Mijter {De) ¿oude in Utrecht het eerst ge-
drao-en zijn-door BisschopG odebald, 42.
tRILïïGQ voor.millesimo, 210, 211.
ÎRIIiLGSlO voôr ÎRIIiXiGSIiRO, 298,
209.
iRIIiliSSIS voor millesimo, 210.
ÌRIIiO voor millesimo- op cene munt, 210 ¿
2 ii. g ;-
Mìraeus Opera Diplomatica, 189 noot.
Mispelbloem uit het wapen van Pont, 34.
Modder (Munti bezet met), 179.
Moderatie der plaknten, 268. ;
Moederkerken van Holland (De vijf) , 5.
Móetoen {.Dubbde) of gouden schild van
J an van Arkel, 117.
Molhuysen (Ds. P. G.), 161, 162 noot.
M o l í - . (De Hoogleeraar W.), 826.
Moùboir òf Regent, 105.
M o n d e (Wijlen N . van der) , 322.
Moh'eta‘i munthuis , 18 noot.
Ì # 1 Ì Ì Ì 2ÎMERSP, 126.
MORGJirâ * D a * D7 iva nm < a& a -
RiB, 159; v a D R v a n m o R a n B ,
MOKSTOK 2 D a 8 I ^ ììS S S I i aU S IS ,
He
MOHEW7Î • DE • ÌS E S I ÌD IS , 128;
3KIiffißD3S, 124.
MOI2SW2Î SPISGOPI TEBKISG-
r u s n s i s . Opsohrift op eene munt,