T W E E D E T I J D V A K ,
FILIPS I I, 1555—P a c if i c a t ie yaw Gend.
Klips bleef tot in 1559 in de Nederlanden, terwijl hij aldaar, gelijk -wij
later zien zullen, in vele Gewesten eene aanzienlijke hoeveelheid munten liet
slaan ; echter vóór zijn vertrek naar zijn geboortelarid Spanje nog niet in Utrecht
(waar ze, met uitzondering van een pronkstuk in 1568, heteerstin 1571 vervaar-
digd werden). In 1559 dan verliet Filips deze landen, om ze nooit weder te
zien, na alvorens order op de regering gesteld en het Stadhouderschap over
Holland, Zeeland en Utrecht aan Prins Willem I , den beschermeling en gun-
steiin" zijns vaders, opgedragen te hebben. Gemeld jaar 1559 was het Iaatste
des levens van den Ütrechtschen Bisschop George van Egmond (1).
Tot op de dagen van Filips waren er in de Nederlanden slechts vier Bisdom-
men geweest, die van Kamerijk, Utrecht, Atrecht en Doornik, alle onderge-
schikt aan buitenlandsche, d. i. buiten ’s Konings gebied gelegene, Aartsbis-
dommen, want Utrecht was ondergeschikt aan Keulen en de drie overige
aan Reims.
Op aanhouden van Filips besloot Paus Paulus IV tot het oprigten van 14
nieuwe Bisdommen in Nederland, die van Mechelen, Antwerpen, Haarlém,
Deventer, Leeuwarden, Groningen, Middelburg, ’s Hertogenbosch, Röermond,
Namen, Sint Oiner, Yperen, Gend en Brugge; terwijl van de 18 Bisdommen
er drie, Kamerijk, Utrecht en Mechelen, tot Aartsbisdommén verheven werdèü;
De Bisdommen van Haarlem, Deventer, Leeuwarden, Groningen en Middelburg
zouden met het Gewest Utrecht het Aartsbisdom van Utrecht uitmaken. De
Koning en zijne opvolgers hadden het regt van benoeming tot 'alle deze Aarts-
(1) De gedachtenis van dezen Bisschop wordt ook door inedailles levendig1 gehouden,
d i e men bij v a n m i e r i s en v a n l o o n kan vinden.
bisdommen en Bisdommen. De aanstelling en bevestiging zoude door den Paus
geschieden.
Ten gevolge van deze schikking werd in 1561 Frederik Schenk van Touten-
burg tot de waardigheid van Aartsbisschop van Utrecht verheven , doch dit Utrecht-
sche Aartsbisdom was, gelijk wij nader zien zullen, van geenen langen duur.
De Aartsbisschop Schenk werd in zijne hoedanigheid te Utrecht ontvangen
en ingehaald, doch niet even gelukkig waren zijne onderhoorige Bisschoppen.
Die van Haarlem en Middelburg, door de gewapende magt ondersteund, namen
bezit van hunne zetels, maar zulks mögt aan die van Deventer, Leeuwarden en
Groningen niet gebeuren, als die door de meer en meer der Hervormde leer
toegedane burgers (en men wist met welke oogmerken de Bisschoppen gezonden
werden !) uit hunne steden geweerd werden.
In 1564 kregen, ook in het Gewest Utrecht, de vrienden der Kerkhervor-
ming meer vrijheid door het vertrek naar Italie van den Kardinaal Granvelle,
eersten Aartsbisschop van Mechelen, die als vertrouweling des Konings, en alzoo
bekend met zijne geheime raadsbesluiten, den Nederlanders, die God volgens
hun geweten wenschten te dienen, zeer vijandig was. Groot en klein verachtte,
over het algemeen, den Kardinaal (1).
Aangezien Hippolitus Persijn, Yoorzitter van het Hof van Utrecht, benevens
eenige andere God- en Regtsgeleerden, in 1565 nog van oordeel waren, dat
men hen, die de Kerk verlieten, met alle mogêlijke gestrengheid moest vervol-
gen, om ze daardoor te noodzaken in den schoot dier Kerk terug te keëren,
sloot een groot getal aanzienlijke Nederlandsche Edelen, waaronder ook eenige
uit het Gewest Utrecht, nog vóór het einde van gemeld jaar een Verbond (2),
(1) Men zie de spotpenningen op Granvelle, bij gelegenheid van zijn vertrek geslagen,
afgebeeld in v a n l o o n ’s Io Deel.
(2) Verbond is het Nederduitsche woord en niet JBond, gelijk dagbladschrijvers, .die
hunne (?) moedertaal niet verstaan, bij ons hebben ingevoerd, b. v. in: de JDuitache JBond
voor: het JDuitsch Verbond, terwijl onze Staatslieden, waarvan velen misschien in hunne
jeugd Zwitsersche of Duitsche of Fransche of Engelsche Gouverneurs gehad hebben, mede
van den JDuitschen Bond spreken en schrijven. "Wanneer zullen, gelijk b. v. in Denemar-
ken het geval is, de kinderen onzer Grooten hunne moedertaal zuiver leeren spreken en
schrijven?