
 
        
         
		N°  3  .op  PI.  XXX  wijkt  eenigzins  af,  als  hebbende: 
 4 «  M o n aw K   s r o v e  s  d   |  a  ° ^ T s s s s b a R S ' 
 dus,  gelijk  men  ziet,  met  een  kruisje,  in  plaats  van  een  leeuwtje,  voor  het  
 omschrift: 
 De  munt,  waarvan  ons  geen  gewigt  is  opgegeven,  en  alleen  een  cliche  der  
 keerzijde is  gezonden,  berust  in het Kabinet van den Heer munnicks van cleeff.  
 N°  19,  een  halve  groot,  heeft  op  de  vz.: 
 PRSDSRIO. ° DSIS GRE i  ©PCI S TOR 
 en  op  de  kz.: 
 ,^<  MORSNE S ROV  I  E  i I^ESSGLSR. 
 Weegt  in  het Ron.  Kabinet  0,85;  bij  den  Heer  stricker  0,8,  en  bij  wijlen  
 den  Heer  keeh  0,614  w. 
 N°  4  op  PI.  XXIX,  een  andere,  later  ontdekte,  halve groot, heeft op  de vz.-. 
 spec °  iu r e is 
 en  op  de  kz.: 
 •i*  MORSWE % DOVE  |  D© = ijESSGLSR. 
 * Weegt  0,7  w.  en  berust  in  onze  Verzamehng. 
 Op  PI.  XXXI  deelen  wij,  uit  den  Overijsselsehen  Almanak  voor  Oudheid  en  
 Letteren  van  1837.,  een  vierde groot  van  Hasselt  mede,  de  eenige  die  ons  ooit  
 is  voorgekomen.  Zijn  wij  wel  onderrigt,  dan  bevindt  zieh  deze  munt  in  het  
 Penningkabinet  van  wijlen  den  Heer  m.  van  dookninck  te  Deventer. 
 Weegt  0,4  w.  • 
 In  verschillende  jaargangen  van  gemelden  Almanak  komen  meer  of min  be-  
 langrijke  numismatische  Bijdragen  voor;  namelooze  van  gemelden  Heer m.  van  
 dookninck,  en  met  de  letters  I  M.  V.  R.  geteekende  van  den  ijverigen  Heer  
 e n ‘Mr.  J.  M.  van  khijn,  Griffier  der  Staten  van  Overijssel  te  Zwolle  (1). 
 Op  bl.  79  van  gemeld  Jaarboekje  voor  1837  wordt  vermeld,  dat  f r e s in g a 
 fl)  Gelijk  wij  boven  reeds  zeiden,  is  het  zeer  te bejammeren,  dat-er in Overijssel  geen  
 orgaan  voor  Oiidheid  en  Letteren meer  bestaat,  sedert  de  Heer molhutsen,  na  2.0jarigen  
 arbeid,  zijne  veeltijds  moeijelijke  taak  moest  opgeven. 
 [in  d c m b a r ’s   Analecta,  I I I ,  339]  op  bl.  369  spreekt  van  Hasselsche  blancken  
 en  duyten.  Van  de  duiten,  waarschijnlijk  stedelijke munt, hebben wij  gehandeld  
 in  onze  hlunten  van  Overijssel,  bl.  342—344.  Hlanken zullen wel de Bisschop-  
 pelijke  geweest  zijn.  1 
 In.de  Kameraarsrekening  van Deventer  lezen wij  op  het  jaar  1418  (zie  Over-  
 ijsselsche  Almanak  voor  Oudheid  en  Letteren,  1855,  bl.  205,  206): 
 «Item  des  Saterdaghes  na  Sinte Michiel  enen  bode  van  Zwol  die  unser  stad  enen  brief  
 «brachte  dat men  nye payment slaen  solde toe Hasselt,  gegeven  den ridenden  bode  .  xil pi. 
 «Item  des  wonsdages  na  Zantgange  enen  bode  de  gelopen was  te  hässelt omme  te  ver-.  
 • nemen  oft  die  muntmeister  daer  yet  begonde  weder  te  m u n t e n .........................     pi. 
 «Item  des  donred:  na  Sente  Seuerinusdagb  der  stad  bode  van Zwol die unser stad enen  
 «brief brachte daer ene nye hass, placke inne was dat beste daer ynne te proeuene geg.  xn  pi. 
 «Item  des manend.  na  alle  godes  hilgen  dage  bi Lubbers  Johannss. en Johan van Ocken  
 «die  gereden  waren  tot  Windesem  te  sprekene  omme  die  munte  te  Hasselt  en  van  dm  
 tzalcen  die  die  Use.  vmen  vrienden  daer  a f   toegeseget  hadde  des  he  nget  en  volghede  
 .vert,  .  .          I» gnl.  xvi  pi. 
 Na  het  afhandelen  der  te Hasselt  geslagene  munten,  schiet  ons  nog  over  die  
 van  Rhenen  te  beschrijven. 
 N°  20  en  2-1  zijn  duhhele grooten,  en  hebben  weder  de  zelfde  type  als  de  te  
 Deventer  en  te  Hasselt  geslagene munten  van  die  soort.  Het eenig onderscheid  
 zien  wij  op  de  kz.  in  de  dubbele  sleutels,  het  Rhenensche  wapen,  boven  den  
 kop  van  den  arend  in  het  binnenste  omsohrift,  dat  op  N°  20  luidt:  
 MODSILE  R  j  SDSKSIS. 
 Het  omschrift  der  vz.  is: 
 PRSDSRICC S DSIS GRK S SPCC S WRKI6GXPSI2SIS  
 en  in  den  buitenrand  op  de  kz.  is  het  weder: 
 Hf.  BSnSDICm,  enz.  —  DOSRIRI. 
 Het  omschrift  van  den  binnenrand  op  de  N°  21  is: 
 >£«  MORSWE * a   i  RYSIHSKS. 
 N°  20  komt  voor  in  de  Verzameling  van  wijlen  den  Heer  v a n   d a m   te  Rotterdam, 
   en  weegt  in  de  onze  3,6  w. 
 21*