
 
        
         
		N°  3  heeft  de  zelfde  afbeeldingen  als M M   doch  het  omschrift  der  vz.  is : 
 »$«  omroo  s   |  ph isg p 
 en  dat  der  kz.: 
 *   mBKISGWVM  G  
 de  laatste  letter moet waarschijnlijk  de  eerste  van  het woord  civitas  aanduiden.  
 Weegt  0,65  w.  en  bevindt  zieh  in  het  Kabinet  van  den  Kolonei  de  r o i j e .  
 N°  4  is  een  onder  het  hameren  minder  juist  geslagen  exemplaar  van  eemg-  
 zins  afwijkenden  Stempel;  cirkeltjes  en  roosjes  staan  thans in  eene andere ngting 
 dan  op  de  Nos  2  en  3.  . . .   . 
 Weegt  0,6  w.  en  bevindt  zieh  in  het  Koninklijk  Kabinet. 
 N°  6 ,  een  obolus,  heeft  veel  kleiner  middellijn  dan  de  vorige-munten.  Het 
 omschrift  der  vz.  is  thans: 
 ororoo  s p . 
 De  V  in  het  woord  Trajectvm  op  de  kz.  heeft  eenen  Sonderlingen  vorm. 
 Woog  0,327  w.  in  het  Kabinet  van  wijlen  den  Heer  k e e r . 
 Na  het  overlijden  van  Otto  I I I   werd  Gozewijn  van  Amstel,  Proost  der  St.  
 Janskerk  te  Utrecht,  zoon  van  Heer  Willem,  en  broeder  van  Heer  Grjsbrecht 
 van  Amstel,  tot  Bisschop  verkozen.  , 
 Deze  was  niet  opgewassen  voor  de  zware  taak,  die  op  zijne  schouders  werd  
 crelegd;  hetgeen,  gevoegd  bij  de  vijandschap,  die  Koning Willem,  de g  Graaf  
 van  Holland  van  dien  naam,  den huize  Amstel,  wegens  eene  langdunge  veete  
 toedroeg,  de  oorzäak  was,  dat  hij  na  ongeveer  een  jaar  genoodzaakt  werd  zip  
 ambt  neder  te  leggen.  Men  beschreef,  ten  dien  einde,  in  1249  of  1250  eene  
 algemeene  bijeenkomst  van  het  Utrechtsch  kapittel,  waarbij  tegenwoordig  waren  
 de Kardinaal  van  Porto,  Pauselijk  legaat, Koenraad,  Aartsbisschop  van  Keulen,  
 en  eindelijk  de  hoofdaanlegger  der  bijeenkomst,  Konmg Willem  I I   zelf  Goze-  
 wijn  werd  bierop  van  zijn  ambt  ontzet  en  deed  plegtig  afstand  in fanden  van  
 Koning  Willem  en  van  den  genoemden  Kardinaal. 
 Br  bestaan  geene  numismatische  monumenten  van  dezen  minder  gelukkigen 
 Kerkvoogd.  ..  , 
 Dadelijk  hierop  bewerkte  de Aartsbisschop  van  Keulen,  dat  zijn  oe  ver 
 Hendrik  van  Vianden,  uit  het  Luxemburgsche  Huis  van  dien  naam,  en  Aarts-  
 diaken  der  Keulsche  kerk,  met  goedkeuring  van  Koning.  Willem,  tot  Bisschop  
 verkozen  werd.  Doch  Gijsbrecht  van  Amstel  en  Herman  van Woerden,  leen-  
 mannen  van  het  Sticht  en  tot  den  oudsten  adel  des  lands  behoorende,  namen  
 de  afzetting  van  hun  bloedverwant,  Bisschop  Gozewijn,  zoo  euvel  op,  dat  zij,  
 met  den  Graaf  van  Goor  en  Otto  I I ,  Graaf  van  Gelre,  een  verbond  gesloten  
 hebbende,  van  verschillende  zijden,  zoo  in  het  Neder-  als-in  het  Oppersticht  
 vielen  (1).  Koning Willem  I I ,  dit  alles met  weerzin  aanziende,  begaf zieh met  
 een  leger  naar Utrecht.  Kort  vöör  hij  daar  kwam,  was  Bisschop  Hendrik,  de  
 bewaking  der  stad  aan  den  Keulschen  Aartsbisschop  toevertrouwd  hebbende,  
 zijne  vijanden  te  gemoet  getrokken,  had  hen  geslagen  en  Amstel  en  Woerden  
 gevangen  genomen.  Deze  gevangenen  werden  echter,  op  verlangen  van Koning  
 Willem,  geslaakt.  Daarop  wendde  de  Bisschop  zijne  wapenen  tegen  den  Graaf  
 van  Gelre,  terwijl  hij  diens  leengoed,  de  Veluwe,  afliep  en  verwoestte. 
 Niet  lang  daarna  geraakte  de  Bisschop  in  onmin  met  Willem,  den  Roomsch-  
 Koning;  want  als  deze,  het  voornemen  hebbende  opgevat  om  zieh  naar  Italie  
 te  begeven,  ten  einde  zieh  aldaar  door  den  Paus  te  laten  kroonen,  de  tijding  
 kreeg,  dat  de  westelijke  Friezen  weder  oproerig  geworden  waren,  haastte  hij  
 zieh  uit  Duitschland  naar  zijne  Graafschappen-en  nam  den  weg  over  Utrecht,  
 waar  hij  de  Geestelijkheid  te  zamen  riep,  willende  haar  raadplegen  over  eenig  
 gedenkteeken  van  zijnen  godsdienstzin,  dat  hij  daar wilde  oprigten  (2).  Gedu-  
 rende  de  beraadslaging  werd  de  Roomsch-Koning  door  eene  onbekende  hand  
 met  een  steen  naar  het  hoofd  geworpen,  die  gelukkig  niet  trof.  De  Vorst  verlief  
 woedende  de  stad,  waar  men  hem,  naar  het  schijnt,  geene  genoegzame  
 voldoening  konde  of  wilde  geven,  verzamelde  een  leger  en  deed  den  Utrechte-  
 naars  weldra  den  oorlog  aan.  Men  weet,  bij  de  schaarschheid  der  berigten  uit 
 (1)  Zie  over  de  gebeurtenissen  in  Overijssel  in  deze  dagen  onze  Munten  van  Overiis-  
 sel,  bl.  50. 
 (2)  Reeds  vroeger  hadden  de Utrechtenaars  van  Koning  Willem  versoheidene  voorregten  
 ontvangen.  Hij  bad  beloofd  hen in  Holland  en  Zeeland  te  zullen  besehermen  en  te  zullen  
 herstellen  in  hetgeen  hun  door  de  Hollanders  en  Zeeuwen  mögt  ontvreemd  zijn.  Zie  de  
 Charters  van  het  jaar  1252  bij  v a n  m i e r i s , I ,   267  volgg. 
 11