V e rm eu l e n (Dr. P. J.) Arehivaris van
Utrecht,-'120, 130, 181* 388.
V erm eu l en (Dr. P. J.) Tijdschriftv'ômènz.
van Utrecht, 76.'
Vemenburg (De Utrechtsche ¡Bisschop J an
van) 1364—1871,118 y’ zijneJ munten,
123—127.
Verveeningen, 237.
Vesting (Kerk gebezigd als)y 45’.
Vianen, 195, 811 (Het Slot van),
86. Vyanen (H u b r e c h t v a » ) , ’>121.
Vianden (Bisschop H e n d r ik van) \ 81 .
VICTVRIA AVDVLFO, opschrift op een
Triens solidi, 2. • !
Vienne (Kerkvergadering van), 95.
Vierduhbelè groot of JJubbel vuurijzer, 2 1 3 .
V ig l iu s . Zie ÀYTA.
Verneburg een plaatsje bij Coblèntz, 117.
V is sc h e k (Professor L. G.), 842.
V it r in g a (Verzameling vari den Heer), 6 0 .
Vlaamsche Postulaatgulden, 2Ö0. Zie ver-
der Gulden.
Vlaanderén (Wapënsohild van) 208; aldaar
het Trooisch gewigt in gebruik, 30 ; !—
(krijg tusschen Holland en), 93.
Vlaardingen, eene der vijf moederkerken Van
Holland* 5, 21.
Vleeschhouwers (Het gild der), 170.:
Vlies (Bidders der Orde van het Gulden)/
192.
V.oerst (De He'ër van) , 64.
Voetdragers, muntsoort, 164.
Voet-ijzer, 8 4 5 .
V olkMar , Bisschop Van Utrecht (van 977—
989).; 16, 17.
Vollenhove (Het kasteel)', 51; — (Het länd
van), 64.
Voogd en beschemier van het Sticht (Maxi-
m il ia a n ) , 1 9 7 , 3 1 7 .
V oogt (Kabinet van'den Heer d e ) , 4 , 2 7 ,
6 0 , 7 5 , 8 5 , 1 1 2 , 1 1 4 , 1 2 4 , 1 3 9 ,1 5 5 .
Voorschèteng 255.
Voorst (Jàn van) Domdeken van Utrecht,
262.
Vossius, Annales, 46^ noot.
Vreden in Munsterland (De stad), 176.
V ree (O. de) Kleuren' van de wapens der
Graven van I Vlaanderen , 203.
Vredetaiid of Vreêland ¡(Het slot) gesticht
door Hendrik van Vianden,¡82; zie ver-
dCr, 86,<87, 88, 329.
Vredenburg (Kasteel)y 261; van1 waarvde
nàam, aldècarï'-
Vrëeburg {Het) , 261. : \
Vreeswijk of de -Vaart, 128.
Vries gelt, 35 Öi :
Vulg at avert aling. des Bijbels , 248.
Vuurijzer, 201; i (Dubb'el) , 218; half
—7 2Ï4.
W.
W (Dubbele V) reeds in de I I e eeuw in gebruik,
83:
Waal (De) , 18.
Wàardijn, 149.
Wacht der Mûrit, d.ï. Waardjjn, 241, 882.
W aelhem (H essel van) te Antwerpen, 212.
Wafelijsers•, muhtsoort, 878.
Wagëningèii, 147 ; uitgepluüdérd en ver-
bran à1, aldàar.
Walbùrgskéfk (Sint) te Groningen, 45.
Walcherën van' ’de overblijfselen des Hèiden-
>-'dbms; gezuiverd, 9.
W algêr, vader van Pöppoy 18.
Wallen van Utrecht, 51.
W alraven van 'Meurs. Zie Meurs.
Wap (Dr.) Hèt land en de heerën van
Cuyk, 327, 328.
Wassehaar (Heer J an van), 188.
Watërgèuzén (Brielle ingenomen door de), 27 0.
Waterlànd, 89. - '
Watervloed (Schrikkelijke), 51; Watervloe-
den in Ovèrijssel, 93.
Weenen (Het Muntkabinet van), 185, 205,
207.
W eerden (Huis van J oHan van) Munthuis
in de 14e eeuw, 120.
Weesp, 107 ; door Sen Utrechtschen Bisschop
op de' Hollanders heroverd, 128; verder
vermeld, 194.
W emertsen (Aernt) Muntmeester, 310.
Werv en, 148.
Westbroek in 1482 verbrand, 195.
Wester go (Het Graafschap) aan het Sticht
geschonken , 36.
Westfiinge (Het Graafschap)-,; 32.
Westphaalsche Kreits (De), 264.
Wetboëk geriaamd Landrècht, 118.
Wetering (De Schalkwijhsche), 238.
Wethouders, 172.
Wevelinkhoven bij Dusseldorp,'185.
W ibald (De Aibt)' , 46 nôot.
Wichard I I I , voogd van Gelre, 81 ; woont
den tögt tegen Graaf Floris I van Holland
bij, aldaar; gevangen’geûomen, aldaar.
Wijk bij Lùurstede vroëger-Lorstad, 4, 6,
enz.; beurtelings Duurstede en Wijk gé-
heeteti, 834 en 385; F réderik va» Blankenheim
aldaar, 144; aan het Sticht afgè-
staan, 174, 190; R einó ud va» Brederode
daar gevangen gézet en gepijnigd, 191 ; weder
in bezit vari F rederik van Baden, 224;
wëlke Bisschoppèn daar'begraven, 238 ;
verblijfplaats van Bisschop D avid van
Bourgondië, 193, 198. 1
W ijn tg is (Hèt muntmeesterlijk geslacht)
240 noot. "■ —^ ■< ;
Wytgens voor koitgens, 311 hetzelfde als
doytgens, aldaar. '
Wilde Ossenkop op eene munt, 223. ¡
W illebrand van Oldenburg (De Utrechtsche
Bisschop) 1226—1236, 73.
W illebrord (De Engelsche Zendeling), 2 ;
wordt Aartsbisschop onder de Friezen, 8.
W illem van Pont (De Utrechtsche Bisschop)
1054—1076, 31.
W illem I (De Hollandsohe Graaf), 53.
W illem II, Roomsch-Koning, 78.
W illem van Mechelen, Bisschop van U trecht,
1290—1301, 90.
W illem I II, Graaf van Holland, 95.
W illem IV, Graaf van Holland, 105.
W illem V (DeHollandscheGraaf), 105,106.
W illem va» GuUk, Hertog van Gelre, 94,142.
W illem II, Hertog van Gelderland, 162.
W illem I (Prins), 266.
W il l ib a l d , 7 noot.
Wiltaburg, in de taal der Friezen, anders
Trajectum of Utrech (sic), 3, 326.
Windesem d. i. Windesheim, 163.
W in pr id of Bonifacius, 6.
Wisselgroot, 292; zie ook noot 2.
Wzsselaars in boeten verwezen, 343 ; eed der
Wisselaars, aldaar; zie verder , 373, 874.
Wisselen van vreemde muntspeciën, 15, 16.
Wisseltafel of moneta, cambium, 17 noot.
Witgen of halve stuiver van Utrecht, 305;
naamsoorsprong, noot 1 aldaar ; onser stdt
witgen; ons genedigen IIeren witgen, 308.
With of albus, ook àsper-, 201.
Witte grooien, 286, 291, noot 5; zwarte
■ dito, aldaar.
W itte van Haamstede, 94.
Woecheyen, 350, 855, 858, 364, 368,
372 ; dubbele, 386.
Woerd {Hooge). Zie op Hooge.
Woerden lag in de gouw Germepi, 47 ; aldaar
door Bisschop Godfried van Bhenen een
kasteel gesticht, 51 ; Heer H erman van
. — H 81 ; deze gebannen, 88 ; het land van
— afgeloopen, 89; korat aan Holland,
89; de Heer van Woerden Raad des Gra-
• ven van Holland, 89; Bisschop W illem
van Mechelen doet een invai in het land
van — , 92; door Graaf J an I I aan Bisschop
Guy opgedragen geweest,- weder aan
Holland gekomen, 96; Woerden aan Holland
opgedragen, 107 ; door Bisschop Aar-
noud van Hoorne belegerd, 128; M aart
en van Bossem trekt daar längs naar |
*s Hage, 255.
Woerden (H erman van), 81.
Workum (Munten van), 848, noot.
Worms (Bisschop van), 251.
Worp munten, 154.
Woudenberg ( J an van), 106.
Wulven (Huis te) , 170.
Wulverhorst (Kasteel), 129.
X«
XPC REGNAT, XPC VINC1Tenz., 137.
TY
pey en F e it h , Oudheden van het Gooregt
en Groningen, 18 noot.