
i
i
16 4 M Ü S K A A T B O O i í .
ilymige . vogten ontbindt, en ze dus io
betere beweeging brengt; welke, maar
een weinig . in Geregten gemengd, der
Spyze eenen lieflyken geur g e e ft; welke
den W y n , de iterke Dranken en Reukwerken,
zo noodig tot verfterking van zwee-
tende ea verflappende Lichaamen, veel
aangenaamheids b y ze t; welke eenen Olie.
Jevert, die allerheetst, en - v e e l in gebruik
i s ; en eindelyk, w e lk e , wegens
haare , ver warmende kragt, zo; zeer aan de
Bewooneren van' koude Landen : ten nutte
itrekc ? — — Zeg ' my nu, is bier de
fcbeppende, onderhoudende , en weldoende
Magt van God minder dan in andere Boomen
te leezen ? .
V. Allen zyn my , mag ik Vrylyk fpreeken
, nog niet opgenoerad. ,
A. Ik zal dan anderen laaten volgen;
.doch nu eerst aan »den m u s k a a t b o o m ,
eigenlyk groeiende op de zes kleine Ban-
dafche Eilanden, » gedenken. Leer hem
kennen; hy verdient ito ch . u w e 7 ;aandagt.
Wanneer gy daar zoudt z ie n ; qenen Boom
zo hoog als o n z e . Peereboomen; een zagt
Hout; eene aschkoleurige Sphors; . taaie
buigzaame Takken; groene gladde Bladeren
, twee, aan twee op „denzelfden fleel;
geevende, gewreeven. zynde,- eenen aan-
genaaraen reuk; ; Bloemen, gelyk die ..vaa
" " onzei®
I
M U S K a A T B 0 O M. 16 5
enzen Kersfeboom; eene Vrucht van k o leur
als onze Abrikoos, en zo groot als
een E i; eené dikke buitenfchors gelyk aan
die onzer Nooten; derzelver opengaan by
het rypen, en het vertoonen van eene
Vrucht, in een vlies beflooten: zoudt
g y <ian vvel gelooven, den Muskaatboom,
en de Muskaatnoot z e lv e , in haare Foeli
omvat, te z ien ? — - — - Zo dra men
dit verneemt, vallen de Todiaanen aan T
we rk: want anders verdroogt de F oe li,
en de Noot verliest haare Olie. Zyn er
onder de rypen eenige onrypen, men
legt deezen in a zyn o f fuiker, en z y
fmaaken dan zo vvél, als z y eene Lie-
haamszuiverende kragt hebben — — . Na
eenige Maanden komt aan de tyd deezer
kostbaare Inzameling. De buitenfle
Schors rukt men er a f : de F oe li, daaro
p .. volgende, neemt men ook w e g , en
legt ze in de» Zon te droogen: de Noo-
ten fpreidc men op horden u it, en een
arbeid van zes weeken doet ze droogen
by een zagt vuur, ten dien einde in
hatten geflookt. Hierop werpt men ze in
Kalkwater, om te beletten, dat er Wor-
men in groeien.
V. En' hoe v e e l, o f waartoe zamelt
men ze in?
Als Indie honderd duizend ponden
3 Noo-
/ A*
4 Í . fp