
* ■ j
' 11
4.6z V t D ' f i ó O'M E
■’ W
, f
Ì '
• X ; i
X' xiííiií
"'I
L'/, i s i;
i -m'Àì,. ' X liiij ■
; «
van bekkleeden # door ‘ zulke aanzíeñ*
lyke Vrouwelyke handen toegefteld# kunnen
zien: een we rk , dat reeds, min o f
m e e r , ééne« Eeuw verduurd h eefc, ' ea"
isog de besje lesfen aan de fchoone
Sexe blyfc geeven. O f zou dezelve zieh
deeze voorbeelden herinnerd hebben, daaf
het borduuren van b ek le ed fe ls , voor Stoe-'
l e n , en T a f e l s , thans wederom beginfe
op te komen ?
V. Hoe zyn Wy, van de Bbomeh tot
een nuttig Handwerk voor Vrouwen ea
JuiFeren, gekomen?
A. Ongevoelig! doCh laat ons dit ftUk
nu befluiten i w y zyn by huis. Denk al*
leen uic zo ««veele aangeftipte ' nuttigheden
der Boomen, o f niet de oneindige w y ze
Schepper daarin ten goede voor ons ge*
zorgd heeft. Hoe ' veele Boomen, en zd
veele Zegeningen! Hoe veele nooddruf-
ten,« en zo veele vervullingeii! Hoe vat
myn Hart die W e rk van mynen eeuwigea
Maaker! Die in de eeuwigheid, le e ft; zegt
siRACH, heeft alle dingen in ’t gemeen gefchaapen.
De Heet is alleen regtveerdig , en
’ daar is geen- andet dan Hy* Hy heeft dé
Waereld gebouwd met de fpanne zyner hand,
tn alle dingen Zyn zynen wille gehoorzaani.
Want hy is een Koning aller dingen doof
zyne j kragt, onderfcheidende irt dezelve hei
it .R O M M E W E G E » . 463 «
heilig is van het onheiliget Wien heeft
ky ¡magt gegeeVen zyne Werken te verkündigen?
en wie ¡heeft zyne groote daaden uit-
gefpeurd?' Wie zal de -kragt « zyner majefleit
uitrekenen? en wie zal noch daarby : zyn»
harmhartigheden ' vsrhaalen ? De wonderlyk-
heden des Heeren zyn niet te verminderen ^
noch te yermeerderen, cn zyn niet - uit. ta
fpeuren: Wanneer de mensch zal hebben vol-
sindigd , als dan [begint hy : en wanneer-
hy zal opgehouden hebben, ■ als dan • zal hern
noch ontbreeken. -X V llI. «1— 6. —-— - Laat
ons die Werk nu befluiten : myne Taak
is ’ h i e r - afgedaan 1 W y kunnen r längs deezen
W e g naar huis komen . j.
V . Langs deezea krommen W e g ! Hoe
veelen van deeze foort hebben w y , deezen
morgen reeds bewandeldl. Zal. ifc
U de waarheid rondborstigi ze g g en , « zodanigen
verveelen my :z e e rb '
A: G y weet ni et , wat gy z e g t ! D e
Schepper fchiep geene kromme nog regte
Wegen op zyne Aarde. Hét maaken der-
zelven liet Hy over aan de Bewooners
zyner W a e r e ld , naar hun « genoegen, ge-
mak o f < voordeel. Vermids nu de Menfchen
zieh Diet in' eene menigte overal, ^ ten ge-
Jyken tyde, hebben neergeflagen,- maar eeâ
onbepaald getal « nu h ie r , o f een ander
daar; vermids ook elk -b y - z yn Huis: eea
’ Ituk
il
« 4 *1
■i
.1