
klein fchetsje van de Bekleedfelen en van
de Stengels der Planten gegeeven, om U
se toonen, welke Wonderen God hier
wrogt; gy weet ou den regten weg, om
voort te gaan. Voor het overige moet ik
U aanraaden, z e lf te leeren dergelyke Snyd-
fels te maaken, wyl geen Tekenaar in
ftaat is , om het inwendig zamenftei der
Vaten volkomen na te bootzen. Gebruik
'daartoe een klein fcherp mesje; doch kies
vooral verfche Houten, zo gy ze krygen
kunt, w y l de Schoonheden in gedroogden,
door : het opkrimpen en fluiten, meestal verlooren
gaan en niets dan duistere plekken
vertoonen.
V. Aan welke ftoffe zullen wy nu, na
ZO fchoone Befchouwingen, beginnen?
A. W y . waren tot het h o o i gevorderd,
en ik heb U de reden gezegd, waarom
de Schepper hetzelve zo dun geformeerd
h e e ft, naamelyk, op dat de Dieren hetzelve
fpoedig, zonder veel moeite, zouden
kunnen kaauwen; ook o p , dat het, afgemaaid
, binnen korten zou dröogeh, eer
er nieuwe Regenvlaagen opkomen, die dat
beletten.
V. Is dît droogen overal fchielyk ge-
daan ? .
A. In fchraale gronden onze' Vaderlands
m.aait men het ’s morgens, en na dat hei
fei