
' : ' :'i » ■i '/ - fe
,i
Ifc
a'T’S. < Tl A’/:ii
A :
ii Yx
fc
!
fe !
Ißi
' i
t i X
r,
If#
f :
ife L;~:
■fe«!,"«
■ :']■
4 :X/
/ '’ J .
■ x Y i
„ /J
fc
fcl,
'
ifc-
-/ ««
■X"'«
/::«.
; ) «■" « ;
I ' f «fl«
'! i f i f e
H i;
4.34 .EERSTE REGEE' IN aESCHOUWINGEN,
Staat gy er zo ilerk o p , teken dah nfyg
G e la a ty om uwen en uwer, Vrienden wil-
le
V. Nu is ons oogmerk bereikt 1 : deeze
uwe mieuwe vriendelykheid vermeerdert my-
ne verpligting . . . Dan ,, thans volgt er
hog een ander verzoek, hec g e e n .. ik Ü;
ook.: wilde ; vooritellen . . . . .
A. Nog een ander J ?,
V . Een ander , ja! doch waartoe g y ,
denk i k , meer genegen zult zyn . . . .
Jk ve rlang , ten llotte van a lle s , eenige
algemeene r e g e l e n , die my geitaadig te
pas zullen komen , : als ik aan de Befchouwing
van Gods Werken de handea
W il.ilaan, o f daarin voortgaan.
A. Gewis , hiertoe ben ik meer genegen
. . . . ik gaa er aan , beginnen . . . . ,
Myn eer/ie Regel is dan : dat gy altyd
Gods gefchaapen’ Werken moet befchouwen.
Niet , dat die het . eerite en voornaamfte
in alle uwe Befpiegelingen moet zyn ;
want ik w e e t , dat g y de, verheeven’ Be-
fchouwing van het zalig Evangelie boven
alles fte lt, en met het hoogfte regt, al-
tyd verheffen zult: hoe verre toch moe-
ten de Werken der Natuur, fchoon van
God g ew r o g t , agterbiyven , zo men z®
b y de Werken der Genade vergelykt !
G y weet dit volkomen, en dit geeft ruy
eea
EERSTE REGEL IN BESCHOUWINGEN. ■ 4 8 5
«en hoog genoegen ; fe des ik er U.- /Ciets
meer van behoeve « fte -ze g g en , , dan r dat
de eene op de andere meer gewigtige
Befchouwing dikmaals mag volgen ; o f
haar verzellen en onderfteuoen : want, n}mr-
mer zal ft U onvoordeelig z y n , dat g y ,
Gods A lm a g t , Wysheid en Goedheid in
de heerlyke ; Verlosfing der, Zondaaren
nadenkende , dezelfde Volmaaktheden op
eene andere w y z e # ook ontdekt in de
Werken der Natuur. Dan # door den;
gemelden eerften Rggel ; wil j k ook niet-,
dat gy : uw Beroep , o f andere gewigtige
Bezigheden daarom- geduurig , zult laaten
agter ftaan : dit ■ ware verkeerd. . Maan
w y l gy uuren van uitfpanning moet en,
zult- hebben; ¡wyl gy dagelyks moet wandelen
, . rusten i , en verpoozen ; zo neem
dan die - ftonden daartoe waar ; , o f , zo
g y meer ruimte van ,tyd hebt, laat een
ander/ .Uur ook daartoe dienen. Dat , elk
Mensch, vooral elk, Kristen, fchuldig is,,
dagelyks ; het oog ; op Gods „ Werken te
flaan, pm dat hy. dagelyks, ook daarin,
God moet verheerlyken , heb ik U in
onze eerfte, Zameofpraak , geZegd , en de
vermaaken , daaruit vloeiende , klaar , g enoeg
afgebeeld. , Da n.wy l de , een raeep
tyds en . Vermögens heeft dan de ancier ,
moet elk , berekenenii o f hy yeel o f mia-
H h 3 ' dM