
X 5 i l
L J1 i tj*" „ rf iiii : I - I:
i ' X ' d n , \ . : . i * .
ffc ftp i i ir S ■
gpS; a 0 È& "Öfi R t A a a É ». «
g e z ien , beneden eene platte gedaante Vafi
eenen halven c irk e i, en boven eene rondt
e ; o f anders, dac zy een " fraai : halfrond
vertoonen , ftaande de takken, be-"
neden 'b y hunne uitbreiding « aan den
Stam , in de «hoeken van negentig gtaà-
den aan de beide zyden des«Stams. Is
■ftlit ■ nodi niec « duidelyk' genoeg ' voor U ,
bezie dan dien Boom. Gy "zoudt ¿ op
,h e t eerfte aanzien« van verre , niet, zegg
en , dat hy rond , maar plat « 'van takken
is dat ook de T akken benedea
horizontaar uitgeilrekt z y n , uitmaakèndi
aàn elke zyde van den ‘ Siam , eenea
hoek van negentig graaden doch die naaf *
boven langzamer hand 'verminderen , om
dan eenen ' fierlyken boog aan ons oog
tc vertoonen. - ' '
V. Nu vatte ik het ! Dán ,
waartoe' toch die -zonderlinge P
: A. Om de bevallig ite gedaante vooi
h it oog aan ' den Boom te geeven ^
o m alles in de h o o g te , b re ed te , ea
lengte best aan te vullen —— om de
Takken rondom den Boom gelykelyk te
verdeelen — «ft— en , eindelyk , om duS
alles aaa den Boom in evenwigt te
itellen. Zouden alle' Takken in evenwydi-
ge lyiien gefchikt ftaan , was er maaf
één weg ' op en , naamelyk , dat de uitfprui
«[■ 0 'È K D S R 'f A K K fi '199,
fpraitende Takken .m e t dpn , Stam eenen,
hpek . van vyfeny^rtig graaden maakten ;
en dat de onderfte Takken, de langften,;
doch de boVenftea de kortften waren.
Dit> is dan ook zo g e fch ied , en het
bly ft daarom eene overanderlyke regel in;
de verwonderlyke onderhouding van God#^
die- ons met de uiterfte verwondering
moet aandoen.
V. Is hier geetìe tegenftrydlgheìd. iö« üwöi
uitdrukkingen ? G y zegt , eerst ,, - dat de
Takken met den Stam in eenen hoelt van
negentig graaden ftaan; en daarna, in
eenen hoek van Vyfenvgertig graaden.
A. Neen ! hier is , geene , tegenftrydigheid.
Eerst zeg ik , dac de Takkea
met den ; Stam , , van verrp aan eenea
Boom g e z ien , fchynen eenen, hoek yan
negentig ■ graaden te maaken doch ft oog
bedriegt ons hierin. En daarna l i e t , ife
v o lg en , dat de Takken met den, Stam
by de uitfpruiting (le t hier wél op}
eenen hoek van vyfenveertig graaden maaken
, het geene met de waarheid vqI»
komen ftrookt ; doch bet g e b eu r t, dac
döor de zwaarte o f andere toevallen dee?
ze graad verändert : des gy hier alleen
op den hoek by de uitfpruiting letten
ffloet.
V . Waar pntinoet men niet al^ de netftf
„ ; .1 ' Meet-
' -S':
.« I ■: ■
■X ,«
' 1,. f
.K
ii : Í
« ' " ' 1
i 1
il 5 i tl 15
^1. j i 1
Í
- t ■ * ' .9-