
I ' ‘ T Í ’
f i ‘ ‘A l i t i \< h, p
m % 1 -i
1 J i | I
I 4\
B È T W I S T E R Q 0 K. '
digd, hpt ander even driftig tegen gs?
fprnoken, met dat g e v o lg , dat alles
nog blyfc in het onzckere.
; V. Hoe ZOU dat een Veenrpok . kunneq
$ya? - ' . ,
. A. In Drenthe, Overys fel, en Bentheitq
liggen veele Veenen,. o f moeragtige Groq-
den, waarop eene fpongieufe. Koyst z i t ,
min o f mqer éénen voet, dik. In het
Voorjaar rperen de daar woopende Land?
lieden dezelve om mec werktuigen, en
hakken ?e in,, kluiten. Wanneer nq de
Winden ea yooral " de Zon deeze g o
droogd, verwarmd . en brandbaar gemaakf
h e e ft, iteeken z y , indien de Regen het
niet b e le t, en vooral als er een«, vastg
Oostp/vWind./fewaaitj dezelJe in brand,
pm deezen ’ anders onvruchthaaren, |a oq-
nutte grppd gped te maaken; en zaaieq
er dan aanftonds Roekweit in , . die iq
deeze zeer gefchikte Asfche wonder wél
groeic. Dus branden o f fmeulen e r , fora?
tyd s, iqogelyk wel vyftig duizend Morgen.
Lands, het Wélk een ,. geweldig ongemak
geeft aan Lieden, welke iq die ftreekeq
benedeq den Wind woonep. De Huizen
raaken daardoor voi viiilen fmooks ; cn de
Arbeiders, „ die er nog „in werken möeten,
worden door deozelven foms vier
dagen blind j weshalven # Qverheid, zag"
. ' ’ ' ' m
1■
'p-
V E E N n 0 0 K. 439
z y niet op de daaruit fpruitende winften,
dit bedryf gewisfelyk zou verbieden. Deez
e rook wordt door den Westenwind tot
diep in Duitschland, men zegt z e lf s ,
fomtyds tot Berlyn; en met eenen Oos-
tenwind, over Holland en de Noordzee
tot in Londen gedreeven, meestal gezien
•wordende op het einde van .M a y , o f ia
ft begin van Juny, dat van het Weder
afhangt, w y l het dan de tyd is , om de
Boekweit met eenen vastftaanden Oostely-
ken Wind te zaaien.
V. Waaruit befluiten fommigen, dat
de Nevel o f Damp C®eu noeme dien,
zo als men wil) eenen Veenrook zon
zyn ?
A. Z y zeggen, dat men dien nooit
Ban beneden den Wind z ie t; dat mea
deszelfs rookagtigen ftank dikwyls ruiken
kan, vooral z y , die er naby woonen;
dat de Zon dan een rooder aanzien krygt;
dat de Schaduw der Boomen o f T a k k e a '
eene blaauwe Koleur ve rtoont; en dat
men dien Smook nooit, dan b y het branden
der Veenen, ziet.
V . En wat zeggen anderen daar tegen?
A. Dat z y , die hier in Gelderland aaa
de West- en Zuidzyde Üier Veenen woonen,
denzelven met eenea Zuidenwind
gezien hebben, waaruit zou volgen, dat
S e 4 di®
A i ifL
' I
P f I
Mül
i f l