
1 1 iJÜ'v
' ;
I j
w ed r gekeerd , ' vervullen alles met k W
ken. Honderd juichende itemmen doen de
luchc weergahnen. De Graanen ' fpruiten
met hun levendig groen uit den laauwen
akker. De gezonde Kruiden bezwangeren
de zuivere lucht met hunne ‘ lieflyke geuren
, en balzemende kragten. Schaapen en
Runderen , ' reeds door hun gebleet en
geloci op de ftallön te kennen gegeeven
h eb b end e, dat zy de naderende Lerte.
gevoelen , ‘ en bunkeren naar de beemden
, verdringen elkander by ' het uitioo-
pen uit den fta l.» Alles huppelt op den
w e g , o f loopt voort met eene zeldzaame
d r i f t , om het eerfte onthaal in de kla-
verryke velden te genieten. En terwyl de
Koekkoek den aankomenden maifchen Regen
vcrkondigt, terwyl de Oievaar klept, en '
de Eerden en Kikvorfchen kwaaken , ploege
o f bezaait de Landman zynen akker, onder
eenen blyden zang , met Zomergraa-
nen., Ganfche fehoolen/van'Visfchen fpeelen
nu ook in de gedooide wateren , ' en
vermaaken zieh in de zagte warmte van
’ t nieuwe Zonnelieht. In de Steden is geea,
niinder vrolyk gewoel. D e . Pakhuizen "zyn
open. Men zakt , en p a k t , en. flieept
de onebooden’ ' goederen ten fchepe naar
vreemde 1 andcn, ]n, de monden der g'ea-
psode Ze^gatea' ea Riviercn ziet men de
swaar
zwaar geladen’ Schepen, uit Zee komend
e , met uitgefpannen’ Zeilen naar onze
Havens ftevenen, om bntladen te worden.
Kooplieden, Pakkers; Sleepers ,
Kruijers juichen over den behouden fchat;
met één woord^ wyd en zyd is het
Lente, overal bevailige eerftelingen. van
eeh nog fchooner eO/- voordeeliger jaargety
: V. En hierna komt?
/ A. De blyde z om e r komt hierna, en
g'rypt het - werk aan , daar de Lente het
verlièt. Dit Saifoen zoogt en kweekt alles
in iloovende lucbten. Elken dag krygen
w y fchotels met nieuwe vruchten op onzen
disch. De Scraalen der Zon komen
van tyd tot tyd regter neér. Hoe kort
cn zelfs niet regt donker zyn nm de
Nagten ; hoe lang de Dagen ! W ie my-
mert nu aan den haard in ’t mulFe- ftook-
vertrek! - W ie fleekt ten vier uuren bet
kaarslicht aan! Leeden wy fchaade by
licht cn wärmte io den guuren W in te r ,
alles wordt n u , vergoed. De kloeke kan ,
’s morgens ten vier uuren, ten bedde
uitfiappen, en ’s avonds tot negen uuren
arbeiden. Welk een lange Dag! In de
middaghette mag hy rüsten, tusfchen beiden
ilonden van uitfpanning kiezen, en
welk een tyd blyft er dan nog voor
P 4 üem
4 5; Itif
,
' i ' !
t'lijf
^ i