
r :
• i / f
' 11/
-S it
fe
ii, >p
472 E E R S T E if CH E F F I N G*
k en , der Romeinen en der Oosterlingen, met
zo veel ;regts van PAtmus als eene valschlyk
genoemde Weetenfchap veroordeeld, welkeq
Baam zy ook waarlyk verdiende, wyi z e
in alle deelen valsch i s , en zo wyd ver-
fchilt van de Filofofie deezes Apo stels,
als licht ivan duisternis.
V. ,Nu g y fpreekt van eene eenwige
f t o f , niet gevormd door den -opperften
God , gelyk die- oude blinde Volke®
meeoden , kan ik niet nalaaten , Ü al hier
myne verwondering te kennen te geeven#
dat g y , van zo veel duizend gefchapen*.
dingen gehandeld hebbende, my niets van
de EERSTE SCHEPPING ge zegd heb.
A. W a t zou ik! ik , die niet w e e t e ,
hoe z e toeging, U daarvan gezegd hebben
!
V . Is dan deeze van Niemant verklaard ?
Heeft nooit iemant ondernomen, ons zulk
een groot Werk uit te leggen?
A . Ja w e l , meer dan ¿ e n ! doch w y
zyn met al dien arbeid niets gevorderd.
Veelen hebben te wys willen zyn , en ,
(weik eene dwaasheid I } willen uitieggea
dat niet kon uitgelegd worden. Hoe grooten
dienst hebben z y ons dan gedaan !
waarlyk met’ al geenen. Eenigen gaven ons
de moeite, dat w y hunne laage gedachten
la z en ; doch die wy daarop moesten
l a a -
E E R S T E s c h e p p i n g . 473
laaten voor het geen z y waren. Anderen
drongen ons, dat we van de hunne zeF
den : welke blinkende gisfmgen ; wares
z y maar zeker! En fommigen gingen daarop
«verder ; zy ■ gaven ons nieriwen in de
plaats , doch die w y , by de eerfte le-
zing j luet verontwaardiging moesten ver-
werpen. En wie van hun alien iloofde
zieh dan hier best a f ? ----- Waren z y
alleen gebleeven ■ by het eerwaardigfte ,
oudfte , eenigfte , en beste berigt , dat
e f ons' ^MosEs Gen. 1. van gegeeven h e e ft,
dan hadden z y verftandig gehandeld. Ik
bemin a lien , die den grond der dingen,
zo v e e l hun mogelyk is , opfpooren ;
doch die tevens weeten , waar de grenspaalen
des onderzoeks moeten eindigen ,
buiten welken het hun niet vry ftaat meer
Wysgeeren te zyn. Waagen z y zieh verder
, dan verliest zieh hunne rede; dn
als hunne verbeeldinskragt zieh lang
vruchteloos heefc afgefloofd, dan verdrink-
ken z y in hun verfierd , hoewel geliefd
Stelfel van ’ s Waerelds Schepping: want,
¿¿Q van twee , o f z y moeten die for-
meerihg overlaaten aan het blind G e v a l,
o f tot de Almagt wan God komen ea
daarby berusten. En hoe verftandig geleidt
ons MosES niec tot het laatfte voorzigtige
Ste lfe l! : Floe gelukkig en veilig is h e t,
daarby te blyven! G g J V .
%
i
'A
V i