
fei'
»
, A. Dit gebeurde , gelyk gy w e e t , jq
den jaare 1778» op veele plaat,
zen, door de langduurige hette en gebrefc
van Regen: weshalven men, ia fommigt
Dorpen onzes Vaderlands, waar- alle, Vaar-
ten én Slooten en Putten meest waren uit,
gedroogd, gedwongen w a s , diepe gaten t©
graaven, om water te vinden voor d©
Inwooners en het Vee. Elders moest men
0 6 - Runderen uit de Wejden, die geheel
kaal en verbrand waren , t’huis haalen
ea hun Hooi geeven : z y leeden bonger,
en veele Lan^diieden hadden geen voeder,
Myne oogen waren getuigen ' van dee-
'Z0 eilenden, Z y deeden my wee,, en d©
droeve herinnering .van dat „ woord kwam.
op, in my r ik heb em droogt-e geroepm over
het land, m over de bergen, en over het
koorn, en over de most, en over de olie,
en over het geene dat de aarbodem zoude
viortbrengen: ook over de menfchen, en oven
de beesten, en over alle arbeid der handeth
Hagg, I. I I . Ook zagen w y daarna, da®
de warmfte Zomers voor ons Vaderland d©
pagezonditen zyn-
V, Maar als het wól ukgewasfen Na-,
gms afgemaaid, o f afgefehoaren is?
A. p a t dan pp het veld nog overig
s o f op nieuw, heeft men eenen
ichQoneg Heifsi , uitfpruit , gaat niec
B R I E Q 0 G a T S if,/
Yerlooren, zp de Landman" wys is,
■ V. Zyn dan hier drie Oogftenf
A, Ja! Dat er overblyft, is dan voo?
de Schaapen in .den .Winte-r, welken, gelyk
ik O elders ze id e, (H Deel bl. pp.
100,) , beter in -de koude opeff lueht *
dan in de warme ftallen tieren, ©n vocnraads
genoeg in bet veld op dit agternagras
vinden, om te leeven.
V. Naamelyk, als de Sneeuw dit niet
heJet? . . '
A, Sneeuwt het v e e l, dan moet men
in ftallen o v er b r e cg e nhoew e l ik, in
Noordholland een Schaap, agt dagen lang
onder de Sneeuw bedolven;, le vende, doch
zwak ,, er uit heb zien haalen. Valt er
weinig, men zal ze hec Gras onder uit de
Sneeuw zien haalen, leevende gezond en
vergenoegd, geevende daarenboven de beste
w o l , - hoe weinig veelen dit mögen
gelooven.
V. Hoe veele goede beftellingen vap
G o d , en die alien voor den cictigea
Mensch! Hoe vat ik het! My fchieten na
de woorden, te vooren van Ü gebruikt,
in den zin : Aller oogen wagten op U 1
m gy geeft h e n 'haare fpyze Ft zyner tyd.
Gy doet uwe: hand .open, en verzadigt at
wat daar leeft, en ook ons nuttig Vee
in flen barren fchraalen winter, naar uw
? Í wel-.
K
tí