
I ' f : "lili
! ft » »
f
7 ! , ,
■ 1 ivj ■ fii
s
H r
'■J H
! i j
'.oS ^ ONi,
gen ochtend in uwen Tuin gedaan heb t
a n t w o o r d . Ja! ik wiJde dit vraagen,
om dat ik U té vöoren reeds op Uwd
kamer bezig hoorde, en U , nU zoeken-
d e , daar niet vondt.
V. Ik heb . my herwaards begeeven, oiö
drie dingen waar te neemen ------ eerst, om
den" opgang der zö n n e , welken gy giste*
ren een der íchoontte Verfchynfelen in de
Natuur noemde, te zien — * daarna
den uitflag op myne proeven aangaande
den _ ZONNEDAAUW., te gaan .. opneemen — * ;
e n , tro f ik Ü dan b o g hiet aan, ’toe-
bereidfelen te maaken, om de PlSneet VE-
HÜS mec het Telescoop te befchouwen.
A. Ik had, op den voorigen avond de
L u ch t' béfchoüwénde, gelyk tflyné gewoonte
i s , eer ik ten bedde g a a , ora
te vernemen, o f er niets zonderlings te
zien i s , reden, om te vodrfpellen, daC
we eenen helderen morgen zouden hebb
e n , dat de Zon fchoon zou opgaan,
dat . . . i *
V. ’t Is, ook juist zo gebeurd, en,
door dat pragtig VerfchynfeT verrukt, vie^
len my toen in den zin de woordsn vaa
eenen ouden Dichter . . . * *
A . Van DAVID, denk ik , Pf- XIX<
, i — 7" . .- . B e Hemelen verteilen Gods ¡eer*
/Hunne fchoonheid fpreekt tot ons,. zo
tief-
O P G A N G D E R Z O N. 209
treffend i s ^ z y , overgenoeg in I la a t , 'om
ons de eeuwige Kragt en Godlykheid dee-
zes Bouwmeesters, die ze vormde, te
verklaaren, ------ E n het uitfpanfel verkondtgt
zyner handen werki Deeze uitgebreid©
ruimte, geborduurd met een oneindig aantal
Steri-en, Planeeten, en Komeeten van
allerhande grootte, roept ons toe , dac
de hand van éénen God zulke werkeh al.
leen maakte - — B e dag aan den dag
fiort overvloedelyk fpraat- 'u i t , en de nagt
aan den nagt tonnt weetenfchap: Dit onderwys
der ' Hemelen word nimmer afgebroo-
ken. Van- de eenen ’ dag tot den anderen,
van den eenen nagt tot den ande,
ren, fpreeken en zingen z y , door deeze
ffandvastige zo wél geregelde beurtwisfe-
• lingen . van licht en duisternis, tot- Gods
eer. Deeze Jeering by dage en by nagte
is dus overvloedig, vermaakelyk en over-
nuttig ' . Geene . - ' fJp i"r a—a'■•k"V 'n"'-o'¿gJ geene wyyuoKoirt'-^
den zyn e r , daar haare flemme niet wordt
gehoord. Haar rigtfnoer gaat uit over de
ganfche ■ aàrde, en haare redenen aan ’t
einde der werelt. Deze Spraak der Heme-
len moge ftom z y n , en niet de taal yan
het een o f ander V o lk , egter verftaat de
heele Waereld dezelve. De woorden, door
dezelve met ^ouden letterea in het Ok-
fpanfel gegraveerd, worden gezien en ge-
IV. DEEL. O , k©-
; I
f i t ' ^
: ' ife
i
I ’' ÍI !,
'i l i f e :
Í f t .n
•i 1 a
J I