
-ï 11-- I1!1
l à
i l Í Í.
icéén fmeltende, Verrükken öns thans j Cts
door hec onderfcheid,' en d o o r 'd e zagte
overgangen zelvCi W y naderea by eene
toeneemende koude -aliengskens tot den W in t
e r ; en is hy daar, wy zyn er tegen
g eh a rd , en ongevoelig denzeiven gewend
geworden. Zullen wy den Zomer intreeden,
de koude neemt weér trapswyze a f , eh
w y komen eerst in de Lente. Dus worden
we een wyle tyds bereid, om deh
warmen Zomer te kunnen doorftäan* Eö
heeft die zyne dagen geteld, wy treedea
dan in den Herfst, en zo voorts weer
naar den W in te r , ‘ waarin Vee en Mensch
moet rusten, en de koude de door de
Zomer-hette verzwakte kragten ‘ herilellen— ■'
D a n , w y zouden wandelen, wy zouden
het oogsten gaan z ie n !
; V . Eene groote gezonde wandeling te
doen, van ü my zo fterk aangepreezen,
én daarna één der fchoonfte Gezigcen in
de Natuur te zien , kunnen my een dubbel
voordeel ge even.. . Gaan wy derwaards!
' 'A. ■ Slaan w y , door deze W e id e , dea
gindfchen w'-eg op.
- V. Hier faiedt z ieh , o n g e z o g t , het gras
aan ter onzer befchouwinge. We lk dene
¿oede Plant!
■ A. Denkt gy d a n , dat de Schepping^
alhier zo .arm is ; dat er maar ééne Plane
’ is 9
'I
J s ', die men Gras noemt; dat deeze.
Weide maar ééne foort ryk is? Gansch-
lyk niet ! W y . hebhen tea minften hon-
derd vyfè'nvsertig foorten van Planten, diß
allen deezen naam voeren, en ook daartoe
behooren.
V . Zo vèele foorten ! .
A. Ja ! Dq alwyze en aîgoede Schepper
heeft er zo veelen en zo verfchillenden
willen formeeren , deels op dac
eenigen ons in de Geneeskunde diensea
zouden ; deels op dat hec V e e , teîkens
daar van nutdgende, tweemaal daags
het gezondfte en ;beste voedfel voor dea
Z uigeling, voor den Volwasfenfl, en voor
den Gryfaart zou geeven; deels o o k ,:o iB '
dac alle , Dieren, gelyk, ik ü gezegd heb*
niet alle foorten , maar elk . byzonderea «
eeten. : Van ., Beesten gebruikt. zynde , veränderen
de fappen deezer Planten, doof
eene bereiding en verfchikking van deelen
, die wy niet verklaaren kunnen, in
het fmaakelyk zeer verfterkende Vleesch*
dienstig in alle tyden des jaars. ,
■ V. Het fmaakelyke zeer verfterkende
Vle e s ch , dienstig in alle tyden des jaarsi
Is z o , zo gy den Winter uitzondert;'
€>f zal dan het harde, overzoute, groene
Pekelvleesch fmaakelyk heeten!
' A. Draagt hec V e e , o f. w y daarvaa
■Y ' . 4e
L k m