
48 SCHOONI IEIÖ IN B L o EMe N.
SCHOONHEID IN BLOEMEN.
gewoone h e e ft; o f om dat zy anders ge-
ftreept is. De Winzugc flelt dikwerf veele
pogingea te we rk , om eene nieuwe
Bloem , uit Zaad getrokken, tot eeiie
Bloem der Mode, te maaken. Als z y maar
nieuw i s , als anderen, dezelve niet hebb
en , dan is de Bloem b y hen fchoon.
Hierdoof zyn veeltyds Bloemen in het eene
jaar fchoon, in het andere lelyk gehee.
ten. Veelen luisteren dikwerf naar dat
w o o rd , o f naar den grooten ophef, daar
van g emaakt, even gelyk duizend ovcr-
bodig -gehoorzaame Vaderlanders den uit-
landfchen FranfChen- o f Ungelfcben Kleér-
Hoede- en Gespemaaker hunnen llaafagti-
gen eerbied betoonen, wanneer hy in ’e
hoofd krygt eene andere plooi aän een
k le e d , eene nieuwe gedaante aan eenen
hoed o f aan gespen te geeven, en hun
deeze wet met eene trotfehe verklaaring
te zetten : ’t is de nieuwfle mode ! Ve r re
daarvan, dat de Man ons hier mede
eenen waren dienst w i l „ doen, hoewel
hy het den wispeltuurigén als eenen dienst
en eere toerekent; hy beoogt voorzeker
niet anders, dan dat wy onzen nog goede
rokken, hoeden en gespen zullen wegfmy-
ten, op dät hy en zyne gezellen nieu-
wen voor ons zouden maaken. Door het
in willigen deezer ydelheid raaken w y , jaar-
ly k s , tonnen Gouds kw y t , die den lande
49
uitgaan en / nimmer wederkeeren. Z y t
waarde. Leerling ! nimmer zo dwaas : weest
aan de eene zyde niet g rilziek; maar
gedraag u o ok, aan den anderen kan t,
nooit wispeltuurig, nooit laag van geest.
Eenvoudigheid en Nedrigheid kenden onze
braave Voorouders, nooit flaaffche navol-
ging van zulke ydeiheden.
V, G y raakc van ’t fpoor !
A. ’c Is zo ! Eene zuivere liefde voor
Vaderlandfche d e ftigh e id , eene zugt voor
ons algemeen welzyn vervoerde my ! ------—
Ik keere terug. G y w i ld e , ik zou bepaalen
, wat eene fchoone Bloem is. Ik
z a l het met één woord afdoen. Eigen-
lyk zyn hier geene vaste Wetten van
Schoonheid , hoewel men meestal voor
fraaie Bioemen houdt zulken , die levendige ,
ve rfch illen d e , net gelegde o f vreemde Koleuren
hebben. Hoe veelen moet men voor
fchoon houden, die anderen, door hunnen
eigenzinnigen fmaak vervoerd , weg-
werpen , als onwaardig.. eene plaats in
hunnen Tuin te beilaan. A lle Bloemen achte
ik fchoon in haare foort , en Verfcheidenheid
ftaat by my op eenen zeer
hoogen prys , gelyk gy genoeg geleerd
h e b t , toen ik U dezelve zo veelvuldig
aantoonde,_ in de gefchaapen’ dingen. G e w
i s , ten onzen aanziene., fteekt er eene
: IV . DEEL. D ©n*
, 1 *' t . i I
f t i l
A P
...
I n 1