
48 6 E E Km " RE6EL IN ;BESClfOÜWIKGEm ,
der tyds daaraan fen : koste ■ kunne leggeé.,
Ik ’ ' laat- dit aan . uwe Wysheid.: over; ¥ o Ig
myrife 'Vöörbeeia.. Wanneer ik aan een Werk
waartoe God my gefehikt heeft , .. lang
'heb ' gearbeid, wanneer myne zinnen daar-
door 'ílomp -geworden zyn , gaa ik dezeF
ven door de befchouwing van het eeh o f
ander flúk der Natuur veränderen, . waardoor:
myne vermogenSi ■ zieh. / ras berffelten,
®n dan keer' ik- tot den voorigen.. arbeid
met eenen niéuwen lust te iug, ik :h eb
ü g e z e g d ', i hoe veel meer.. ik door «znlke
verpoo-zingeñ« afdo© dani anders, • ‘en „ intusfehen
altyd 'met - vermaak. kan« blyven a?*-
beiden. Bégefer ik my niet uit .te fpannea
d o o r -än dere ' bezighedeH. 'V o f door ft /ge»
ze ifch äß van Vriénden , dan gaa «ik whn-
d eleh; f é n .zO dra ik a#t myn • huis • op ■ d a
Wallen- der' iS tad , -of daaf « buiten ' bp dit
vlakke« Land kome«, bezie ik hef -geeq
z ieh ftfefst voordoet«: -de«Luehtf den W in d ,
d e Boomen , de « Planten , i de Granden *
d e Vogelen, ' met ' één • woord alles «*
w a t zieh aan myn oog %iaar aanbiédt..
’Dan , -wanneer w y aan zaaken arbeiden#
d ie naauwlyks infpanniDg vorderen , o f
wanneer wy ergens gaan en ftaan, komen
ons dikmaals dingen voor , die o,cs ftof
God opleiden ; - en waarom zoiKlen w y
««s - daa aiet dboi zuJke gedachten laáten
fe janes»»-
EERSTE REGEL IN BESCHOUWINSEI}. . d S ?
.inneemen? Ik fo y d e , b y voorbeeld, een
n i e u w Boek op en, ik kleede my a a n , ik
le g my ter ruste , o f ik ftaa o p , zou
ik my dan niet mögen . verwonderen oyer
eene Plant , die my papier bezorgt ,; over
Dieren , die my „klederen geeven ; over
eene Duisternis , die mynen flaap bcgun-
= fligt ; over het weerkeerend Licht , dat
my den arbeid doet hervatten? ’
. V . Maar , in ‘ft eerfte geval befchouwt
g y telkens dezelfde dingen?
A. In ’ eenen zekeren z in , ja ! m a a r ,
vermids het fchoon gelaat der Scheppinge
elken dag- anders ftaat, zo wordt ik geduurig
op veranderingen onthaald , . en niets
verveelt my. Gy begrypt intusfchen, dat
iik niet altyd even lang op dezelfde zaak
ingefpannen ben. Dan valt my het e en ,
dan bet ander in ft o o g -, dat my meest
bezig houdt ; e n , wanneer ik my met
getroffen vindt door de eene o f andere
verandering, dan verwonder ik my over
de eenvormigheid der dingen, by voorb
e e ld , in den zomer over de beftendig-
heid van ft fchoone W e d e r ; lo f in den
winter o v e r L e t fty f doorftaan van den Vorst.
Anders zoek ik eene andere: zaak o p ,
en g e e f naauwkeurig a ch t, o f er niet iets
in ; gelegen z y , . dat myn hart nu treffen
kan; doch voorheen my nooit heeft aaa-
H h 4 g®“