
-f n
ié I
I
V É f e s c HÍ L t E N D É ¿ A A b E i f . I 3 Í
iáé r, en gy zult ze allefi verfchillende
gevlakt z ie n ; zo ukmuncend fra a i, dat
de beste Tekenpen On vermögend i s ’, om
het honderdfte deel deezer fchoonhedeij
wél ä f te maaien — Toen ik (J ^et
Zaadhuisje van het gEramum STRiATtJM
. -vcrcoonde, (Plaat 3 .) roémde ik Zeer het
overíieriyk getekende Bloempje déezef
P la n t : ik verbaasde ü niet minder doof
de wonderlyke manier, op welke de vief
Zaadjes uit den k e lk , door vier opruk*
kende fpringveeren, geftrodid werden. A lles
was daarin verwonderlyk konstig toe-
geíteld : dan ; nu is het ook ; dunkt my j
vo eg za am; Ü het Z a a d je , niet rain nec
getekend door de hand des Álmagtigeo;
vergroot onder het oog te bren en. De
regelmaatige donkere vlakjes , op eentía
bruingeelen grond affteekende * l-oeraen de
Konst van H em , die dus de ZaadeQ
wilde verheerlyljen — - Dat der s t r a a l -
bloem ( ’Xeranthemum) iS het laatíle *
het geen ik ü hier wil laäten zien.
Daar het langwerpig, g e e l , g e r ib d , ge-
ftifipeld met eene hooger k o leu r , en bo-
ven met twee hoorntjes voorzien i s , zo
onderfcheiden deeze hoedanigheden dit
Zaadje van alie anderen, en maaken het
hiet jaloers op derzelver fraaiheden •
í'íu ben ik ' aan het e in d e ! Zesendertig
¡ s ver-
‘ fi
íj i iM k
jjS! I g il 7fl í4 I
u- 'S
P. -.¡¡v
,1/1
fe