
I
.¡I ii
■
124 TERSCf int t iNDE ZAADEN,'
X.ISSE (Melisfa turcica) van een fraai be-'
lo o p , boven mec twee witte cirkeltjes p in
*E bmnenfte ziet men een zwart ftipje -—
Bierop volgt een Americaansch Zaadje,
met anderen uit dat Waerelddeel ont-
vangen. De naam is my onbekend, doch
\ is hier bygevoegd, om dat het de
fraaifte gedaante van een tros blaauwe
Druiven verbeeld ------ Hec Zaadje van
d e a k k e r - HAANEVOET (Ranunculusi'i arvenßs)
waarfchynlyk dus geheeten, om dat h e t,
aan de beide zyden van de platte rondt
e , met fcherpe fpooren o f ftekels is
voorzien, verfchilt zeer v e e l, zo we l
door zyne rosgeele koleur, als door zy-
oe aanmerkelyke gedaante, van alle voo-
lig eo , Hoe fraai is het g e v o rm d !———
Geelagtig is ook het Zaadje van de ma -
E.0WE, ( Lavatera trimes'tris) doch het
heefc eene rondagtige gedaante: van de
dikke zyde naar den puntagtigen rand,
toopen veele verheven ftraalen, die w y
in de voorige Zaaden noch niet waarge-
nomen hebben — — Gy ziet het licht
blaauw Zaadje van den s l a a p e o l (Papaver
fmmiferum) eenen onvolmaakten kring, aan
de eene zyde ingedrukt, vertoonen; dan,
deeze onregelmaatige Figuur is tien
dubbel vergoed door het keurig N e tw e rk ,
d a t , er boven op liggende, het cog bekoort
V ERS CHl L t E NDE ZAADEN.
koort
1 2 5
In het geele Zaadje van de
i ’<1
GEZECENDE DISTEL (Curduui bcnidiäus) ODtdekc
uw oog beneden een fpitze punt,
fchynende daar een brokje uit gefteeken:
de eene zyde gaat regt op, de andere is
gekromd; de oppervlakte met fraaie ftree-
pen veriierd, boven bezet met veele hooge
fprieten, die de Vleugels van he£
Zaadje z y n , om door de Lucht te kunnen
vliegen Byna cirkelrond vertoont
zieh het platte Zaadje van den k a t t e -
STAART (Amaranthus caudatus). Door den
fraaien rooden zo om , byna geheel om
den rand loopende, en door den geelagti-
gen binnengrond, aan beide zyden te
vinden, munt , het boven de voorige Zaaden
u i t -----------Een nieuw verfchil ontdekt
gy in ’ t Zaadje van r id d e r s p o o r e m t
(Delphinium confolida). Het verbeeldt eene
zwarte fpits opgaande Muts, met zwarte
oplegfels,^ verüerd met gryze ongelyke
randen — Met eene fraaie kroon van
Vedrtjes pronkt het Zaadje van c i c h o r e x
(Cichorium intybus). Zoudt gy het nie t,
buiten de kroon, aanzien voor eene geel-
groene fraai geribde Vaas ? — —— Het
LATUwEzAAD (LaEtuca fativa) verfchilt in
koleur van hec voorige, zynde zeer fraai
grys w it ; het is onder en boven puntiger;
de ribben , loopen ongelykmaatig, en de
onfli'i
,4