J i-i Í '
l i / i
i l l
ii
320 K A A R S S E N .
Diet weg te neemen, wanneei- gy zc
digt by uwen Schooriteen ze t? Waseh-
kaarfen geeven zeker den minsten rook,
branden geüaadig , en zyn fraai voor het
oog: dan, ’t is jammer, dat ze van zo
hoogen prys z y n , cn dus niet van het
gemeene Volk te gebruiken. Andere
Kaarsfen, uit het fmeer der Koeien be-
l e i d , zyn algemeen by ons in trein;
doch min voordeelig voor ft g e z ig t, jvyl
z y te veel flikkeren, het geen men in
het geitaadig branden der Lampen niet
vindt. By deeze gelegenheid acht ik het
noodig Ö te ze g g en , dat gy nimmer
twee Kaarsfen te gelyk moet branden,
ten z y gy ze in een goede orde op
uwe tafel ze t: want anders geeven ze
een valsch lich t, en zyn dan den Oogea
zeer nadeelig. Wilt g y , dat ze langer
zullen branden , fnuit ze dan dikwerf,
w y l anders te veel fmeers in het lang
e pit optrekt, d a t, ras verteerd, de
Kaars k o r te r . doet duuren, en tevens de
helderheid van ft licht wegneemt. Hebt gy
grooten haast, en wilt gy fchielyk eenen
Brief fluiten, houdf dan nooit uw Lak
byna roerens aan het pit der Kaarsfe ,
maar hooger in het brandpunt der vlam,
en het zal dan fchielyker fmelten en
branden. Verflonden de Keukemeiden dit
Si’AARLAAM- en MILbÀADiCHEl b, ’3 2 Í
geheim , zy zóuden , Van U bevoolen ,
•om het Theewater allerfchielykst aan hec
kooken te maaken, niet zb , veel houts
op ft viiui- werpen, o f den ketel zo
laag hang'en, dat . de vlam er buiten uit
flaat, vermids de hette onder den ketel
dan veel flaaawer; is ; maar liever zouden ze
minder brand ftoffen gebruiken, en toezien^
dac de vlam, maatig zynde, tegen den
bodem des ketels bleeve fpelen, het geen
de hette dés vuurs op de regte plaats
brengt, -en dus hec water eer doet kooken.
Lach nu eens met deeze kleinigh#
den, met deeze Lesfen van Zuinigheid,
indien gy. ze dus noemen w ilt, welken
gy op eenen Akker van my leert. Leer
zUinig voor U zelven, maar nimmer gie-
rig te zyn. De weldaadige fpaart, maar
altoos ofti meer aan den ellendigen te
kunnen geeven: die is één Van da grootfte
vermaaken zyns levens. De Traanen
van weenende oogen te doen opdroogen
is voor hem zoeter, dan een Koningryk tö
erven. -Ontferming en weldaadigheid vera-
delen zelfs de , Prinsfen; .
V. Welken zeidzaamen dlaâi neemeti
duizendmaal onze Gefprekken Í Ook nü
is dit hier gebeurd ! Oy begondt met
Kookaad, en eindigt met eene Zedëleii
gy maakte eenen tweeden aanvang met ee-
IV. DEEL.
m-m