
I i i ■"
92 Z A AD EN ONVER ANDERL YK.
egte denkbeeJd van • de Volmaaktheden ,
die in alle Werken van God gevonden
worden; om ons daardoor altoos w é l . te
doen denken van de daaden des Allerhoog-
fle n ; en om die ftoute bedillingen en vit-
teryen voor te komen, waar mede fotnrai-
gen , in laatere tyden , tot hunne eigen
fchande, de Werken van God hebben
durven aanranden. Deezen vinden , ik weet
n ie t , hier en daar, 'dit en dat gebrek.
Die hoogmoedigen (w e lk eene onzinnig-
heid ! ) zouden het anders gemaakt hebben.
Verfoeilyke T a a l , die het Menschdora
onteert!
V. En, daar dan Gods W e rk volkomen
goed w a s , is het ook hier zo gebleeven ?
A. Onge tw yfe ld ! Sints dien tyd is de
voortbrenging van a lle s , en dus ook van
het Zaad , door middel der Bloemen , zo
g eb le e v en , niec volgens eene vaste We t
der Natuur, alzo de iloffe dood en nergens
toe bekwaam is , maar volgens eene onbegrypelyke
onderhouding , welke beide dingen
gy. altoos wél in het oog moet bou*
den.
V. Elke Plant geeft d an , door eene
Almagtige Onderhouding, die_ ons altoos
moet verbaazen, onveranderlyk haar Zaad?
A. Zekerlyk ! want daar God een God
Tan Orde i s , - en alle verwarring haat ,
^ het
fl
i fl
V O O R T E T v E N G l N G D E R Z A A D E N . 9 3
het geen niec weinig deszelfs Wysheid en
Goedheid opluisterc , brenge voort elke
B o om , elke P la n t, elke Bloem, die van
Zaad ;: voorcgekomen i s , onveranderlyk,
Zaad van dezelfde foort. Elke Plant o£
Bloem i derhalven, tot vollen wasdom g e komen
zynde , o f daartoe alle haare kragten
aangewend hebbende, en nu tot den
endergang hellende, nu gereed ftaande
om te fterven , fehlet alvoorens in ’ t Z a a d ,
(gelyk men' die dus uicdrukt) even als
o f z y haar einde v o o r z a g , en , eer het
te> laat i s , bezorgd was , om eene talryke
Nakomelingfchap in de Waereld na
te laaten; Hierin vinde ik eene zeer uit-
neemende- en eene even zeer verbaazende
zorg van God ter bewaringe van alle
Gewasfen, die hy goed gevonden, heefc te
fcheppen. . Duizend toekomehde Planten
tot aan het einde der Waereld moeten
hierdoor» voortkomen. En ■ hoe langer ik
op dit voortbrengen der Zaaden peinze ,
hoe verwonderlyk er my dit Geheim toe-
fch yn t.; W a t . maakt- toch die duizend
Zaaden zo beftendig dezelfde , en hoe worden
z y gevormd ? Waar is hy , die ons
die zal uirleggen ? Hier fchuilen niet dan
Geheimen, ondoorgrondbaare geheimen!
W a t weeten' w y , w y - die één Zaadje niet
kunnen ve rkla a ren !. •
\ V. Ea
'‘• f l
: »fl.fllJpfl
WW31 n : * * IflUfl'
ix
I s