.î
•^■(4 WA G T E R v a n v e n ü s .
terryken opgang der Zon, ging ik dan' zo
even het Plantje weer bezoeken, en ik
' vondt alles noch in denzelfden ftaat. Het
Beestje, wilt gy het z ie n , zit noch in
zulke fchoone boeien gekneld. De Straalen
van andere Bladeren begonnen ook zieh te
krommen, wy l e r , deezen nagt o f morg
e n ,. andere Diertjes op vast geraakt zyn.
I s dan dk Plantje geen Vliegevangertje ?
A. En wat wilde gy nu doen?
V . Ik heb uw Telescoop gereed gemaakt,
om te verneemen, o f ik den
Wagter van v e n ü s , deezen a vond , niet
zo u kunnen zien.
A., Ik tw y fe l, o f wy wel heider weder
zullen behouden: anders gun ik ü , vroeg
©f la a t , eea günstig uur aan te treffen,
om denzelven zo klaar te z ien j .als cas-
SINI, PONTANA, SCHORT, RÖDKIER, HO-RREBOW
, MONTEARRON, MAYER, MONTÄIGasE,
en bovenal abraham scheuten adamsz.
met verfcheiden’ zyner Vrienden dien be-
fc.hou:wd hebben.
V . Wa t zagen z y dan van deezep W a g te
r ?
A. Daar hunne Waernemingen gedruks
z y n , en gy ze leezen ku nt, zal ik O
alieen opgeeven die des laatften, om dat
z e , niet lang geleden, hier in de buurt
gedaan z y n , in het aangename Krev
e l t ,
W A G T E R V AN V EN U S . ' 2 1 5
v e lt , daar de hoog opgefteegen bloeiende
Koophandel de liefde voor de Natuurkunde
en voor andere Weetenfchappen niet uit
den «weg dringt. De Heer s c h e u t e n , naamelyk
^ z a g , den zesden Juny van het
jaar 1 7 6 1 , ’ s morgens ten half ze s , V e nus
in de Z o n , dat is , aan deeze zyde
tegen de fch y f van dat Hemellicht. Van
agt tot twaalf uuren,' kon Hy met zyne
Vrienden, wegens den bewölkten Heme l,
geene Waarneeming doen. Ten twaalf uu-
ren klaarde hy o p , en z y zagen V e nus
Wagter op het midden der Zonne-
fc b y f , en ten drie uuren was hy byna op
den rand. Het geen z y , in die drie uuren
tyds, met eenen Verrekyker waarna-
men, kon niec anders dan de Wagter
van Venus zyn. Hy kwam zo zwarc, zo
rond, en zo duidelyk voor hun o o g ,
als de Planeet z e lv e ; doch veel kleiner,
ongeveer wel een vierde gedeelte, in het
geheel 'zieh niet gelykvormig vertoonende
aan de Zonnevlekken, die dc gemelde
Heer dikmaals waargenomen hadt. Zyn loop
kwam Hem voor zeer veele overeenkomst
te hebben met dien van Venus, egter
was dezelve veel gezwinder. Daaruit ver-
moedde men, dat hy toen aan de zyde
zyns we gs , welke het naaste aan onze
Aarde was, en dus niet ver van zyne
O 4 fl onder