
; I 11
.
, i .
'■fit! I ' 'fl-i
drank der Chineezen, en deszelfs gebruik
zeer oud.
V. Waarom zo algemeen daar in trein J
A. G y moet hierin eene zonderlinge
Goedheid van den Onderhouder en Regcer-
der der Wa e re ld , die de tegenwoordige
N a tien, ter bereiking zyner heerlyke oogmerken,
niet wil verdelgd hebben, erkennen,'
Hier was de vraag „ wat zullen
de Chineezen, een zo groot „ en uitgebreid
V o lk , drinken? De Wateren zyn door
hun geheel Koningryk, wegens dq gefteld-
heid van Lueht en Gronden, ongezond ea
onfmaakelyk.” De Schepper, die tot ’£
verhelpen van dit kwaad, den Theeboom
gegeeven hadt, leerde hun, deszelfs Bladeren
a f te ’ plukken, in water te kooken,
en het afkookfel te drinken. Loutere gril-
ligheid voerde dan het gebruik der Thee
niet in. Men proefde daarop deezen drank:
zyn fmaak behaagde: de nadeelen van ’£
ilegte Water zag men weggenoomen; en
daarenboyen begon men te gelooven, dat
z y een voortreffelyk middel w a s , om het
Bloed te zuiyeren, de Zinnen te verleven-
digen, de Slaaperigheid te verdryven, het
Hoofd en de Maag door haare zagt zamen-
trekkende kragt zeer te verfterken, . de
Spysverteering te^ helpen, en de Doorwaas-
feming te bevorderen.
V. Eb
V . En zulke geroemde ‘ kragten hebben
deeze verfchroeide Bladeren, ook mogelyk
by ons, in zo hooge achting gebragt?
- A. Zo is het! De Europeaanen, die in
dat Ryk kwamen, om handel te dryven,
hoorden met verwondering het hoog gevoe-
len , dat de Chineezen van hunne Thee
hadden, ’t geen hun een buitenfpoorig
denkbeeld van dezelve deedt vorroen. Allereerst.,
zo veel ik w e e t, bragten twee
Engelfche Heeren dit Blad in Engeland,
en in den jaare 1666 in ons Vaderland körnende,
fchonken hunne Vrouwen, * voor ’£
e e r s t . Thee aan onze Hollandfche Moe-
ders. Die drank, behaagde, en kwam dus
in trein by Lieden van den eerften rang.
T e Londen verkogc men toen het pond
voor guldens. Die g a f aanleid
in g , dat men daarna meer uit China haald
e , en, den * P17S dus daalende, kwam
deeze» drank, eindelyk, in den jaare l y i j ,
in een algemeen gebruik.-
V . En hoe veele ponden van dit Oostersch
Gewas haalt men thans uit China?
A. Niet evenveei alle jaaren, gelyk g y
denken kunt; anders ' nog al eenige pon*
den.
V. En hoeveel wel ?
A. C y zult het naauwlyks gelooven: o f
, gy dat doen, als ik U z e g , dat er
K 3 • ' jaareq
, .A A