
! ’ 4
MP
,.i. i ul
uwCQ pligt. Gy . bevestigt Haar mogchk
tegens .den itorm van den woedendém
Hoogmoed , die gaarne op nederige Z ie -
len uicbarst; en zo g y , ¿03 .
praatende, geiloord wordt door een j.on.
gen H e e r , _die in den Hof komt, om
Bit. den broeibak eene kanteloep voor bet
ffiiddagdefert ce fayden ; en d ie , iets van
Bwe :: Zamenfpraak gehoord hebbende , in
zyn hart met uwe redenen la c h t , de-
w y l h y , jo n g , onbedreeven en in kwaa>
de bandea vervallen, vry veel op, h e e f t
met de Leer van het blind G e v a l, o f
met de werkingen der Natuur ; zo. vraap
h em , o f een blind T o e val den Steel der
Kanteloep cot cen grooter Wonder maakte
, dan alle de werken van de handea
d e r Menfchen z;n ? Verftaat Hy uwe
taal Diet , o f veinst de ongelukkige O
mec ,te_ begrypen, ftydt op uwe beurt
een dua Schyfje van den Steel digt by de
Kanteloep., en vraag op n ieuw , weifc
»een G e v a l, welk eene Natuur bezat ■ de
bedreveabeid, om alle Kanteloepfteelea
d ie , byna zesduizend jaaren, in duizend
Oorden deezer Waereld groeiden , zo als
deezea , te vorroen ? Welke Tekenpen ge-
bruikte immer de een o f ander, om in
dit Schyfje een ßioemwerk van twaalf in
het ronde gezette donkere ßJaderea, aan
" d e
K A N T E L O E P S T E E n . zÓ'S
de bovenzyde bolrond, doch beneden fpitzer,
toc te ftellen? Door welke Konst maakte
het Geval o f de Natuur, in het midden,
vier onregelmaatige, witte plekken, gevuld
met de kleinfte buisjes? Waarom heeft
elk der twaalf donkere Bladeren groote en
kleine, ongeregeld gefchikte, doch ovaale
openingen, die den donkeren grond fierlyk
doen affteeken, zynde alles een zamen-
itel van • buizen ? Waarom loopen juist
altyd de Vezelen van het vlak ia het
Schyfje vierkantig; doch ongeregeld, even
zo als de gedaante der buizen zyn ? En
welk is d e ' reden, dat de Rand o f het
Bekleedfel eene golvende figuur beftendig
vertoont ? Kan dan eene doode Natuur
d it werken? Kan een blind Geval millioe-
nen - z u lk e Vruchten en Stengels geregeld
vormen?” . . . . - Zeg dit zagtelyk met
het grootfte medelyden wegens zyn ongelu
k , en de by U ftaande Juffer heimelyk
zugtende -wegens die ongeloof, zal
zieh verbleyden over uwe pooging, en hei-
melyk aanbidden; dat deeze doolende Ziel
door een eenvoudig, doch fterk klemmend
bewys tot inkeer komen................... Gaat
g y , hy daarop zwygende, te zamen naar
huis, en ontmoet gy den Tuinman, die
Rietefchermen voor den Winter maakt,
o f eenen Landman, die tot dat einde ios,!
- ii J fe
4
•hl
fc» -4
fl i : M
. t'
'
. I I
I)
■ i i .