
A n
! . . J : ,
47© VAI - SCH-B F I L O S O F i E ,
g€ij opneemen?. Boert gy ,rae£, m y ? . .
Uit verfcheiden’ gezegden van dien Apos»
tej hebt gy my geleerd, dat - by , dezelfde
■ hoede Filofofie «gekend ea beoefend
h e e f t , welke gy my hebt voorgefteld j
des de g e cp e , MegeDs . welke hy de , ko.*
LossENSEN 1 en TIMOTHEUS waarfchouwt ,
o a g e cw y fe li, eene , heel andere/ moet, .wezen
, die -alleen « den naam van kwaade
verdient, doch hoedanig. de uwe niet is.
A. ISliets is zekerer; hoewe} m en , mj,
en dan , onkundige Lieden aan tre ft, , die
zieh de ftoute - vryheid aanmaatigen van dq
edele W e e ten fch ap , welke ik U leerde,
te veroordeelen , alleen om dat p a u l u s
zieh van hetzelve woord bediend.«heefc ;V
hoewel hy eene geheel andere verftondt,
V. Zeg my d an , b y deeze gelegenheid,
tegens welke Filofofie de w y ze p a u l c s de
KOLOiSENSEN en TIMOTHEUS wilde wape?
cen. «
A. in de tyden van deezen grooten Man
hadden de geleerde Grjeken en Romeinen
eene andere F ilo fo fie , dan de Wysgeeren
van het Oosten, Tegens de eerfte ver*
maant Hy de Gemeente van k o l o s s e , eg
tegens dq andere zynen waardigen / xiMa-
THEUS. / ;
V . W elke onder weezen de eerften ?
A, D c Griekfche en Romeinfche Geleer?
o o s t e r s c h e f i e o s o f i e . 4 7 Î
éen dachten niet alien eeoftemmig ; „ doch
fommigen beweerden, dat de Waereld by
een e n k e l toeval voor- d en , dag was g ekomen
; dat de GodenX geene regeering
over de Menfchen hadden, o f konden
hebben; dat de Ziel niet meer in wezen
was na den dood, des, Lichaams;/dat het
vermaak in ■ dit le v en . het hoogfte goed
w a s , « en fe geene Deugd bemind moest
word en , zo z y den Mensch ’ geen vermaak.':
bezorgde.i — r-?- Anderen fteldcn
het onzeker , o f ’er Goden beftonden #
,dan n ie t ; o f men de Z ie l voor fterflyk
o f onfterfiyk moest « houden ; o f men „ de
Deugd boven ’ de «Ondeugd d an. o f men
de Ondeugd boven
verheffen.« «
V . En hoedanig
Oosterlingen?-
A. Z y droeg den
de Deugd behoorde « tc
was de Filofofie ; det
naam «van Weetenjcfiap,
gelyk PAULUS haar ook zo noemt , om
dat men vo o rg af, de kennis van G o d , op
aarde ve rlo oren, door haar t e kunnen
herftellen; en leerde, dat de ftof de oor-
fprong van alle kwaad wa s , van aart
e e uw ig , niet gevormd door den Opper-
ften G o d , maar door een laager verftandig
W e e z e n , dat aan de Waereld het
beftaan gegeeven hadt. Oordeel nu hieruic
van deeze ellendige Filofofie der Grie-
G g 4 ken.
: ) t e i
Î i