
•fll
1' * : : Í
1»1' 'fi
I f '
I I S Z A A I J I N G VAN ZAADEN*
Kinderen, welken Cod uit hun Vaderland
naar elders roept, om door hun zyne oogmerken
uit te voeren. 4*------ Eenige Zaadhuisjes,
gelyk die der Balfeminen, fch y nen
met meer konst gemaakt te zyn , hoc-
w e l de Godlyke Almagt geene konst kent.
Z y z y n , als ’ t w a r e , ook met ftaale
Springveeren voorzien , die plotfeling open-
fpringen, en het Zaad vry heid en verftroo-
ing gunnen. ------- Sommige Zaadhuisjes fchynen
voorzigtig den besten tyd , om in den
grond te geraaken, waar te neemen, dat
i s , zy fpringen niet o p en , voor dat het
le g e n t , en hunne opbarsting gefchiedt dan
met zo veel g eweld s, dat men ze hooren
kan; doch tevens zo keurig, dat het
Zaad naar .alle kanten uitgeworpen wo rdt,
zo goed , als de beste hand dat zou kun-
neu zaaien. ----- De Zaadhuisjes der V aaren
, die ik Ü leerde, onder tegen de Bladeren
der Plant gezet in eene fchoone
o rd e , te zoeken , zyn als met een gedraaid
Koordje toegebonden, op dat de
overkleene Zaadjes niet vóór den tyd er uit
zouden vallen. Zo dra dezelven ryp z yn ,
fpringt het Koordje lo s , het Zaadhuisje
opent z ie h , en fchiet de onbegryplyk fy ne
Zaadjes, als eenen rook, uit -— ■
Eenige Zaaden zien geen kans, om uit
i^et eene Gewest in het andere te komen,
Z A A I J I N G V AN Z A A D EN . XI3
«0 hetzelve te bevoJken. Niettemin is er
een middei toe beftemd. Z y worden van
de Vogelen gegeeten, in derzelver l y f
week en vruchtbaar gemaakt, en daarna
ciders uitgeworpen, en gezaaid; waaraan
men moet toefchryven, dat men op fommige
plaatzen Planten ziet groeien, die
men niet we e t, hoe zy daar gekomen
zyn. O f hoe is de Andalufa, een fchoo-
ne Boom, onlangs van my gezien, vreemd
in ons Vaderland, en alleen in het afgelegea
T y ro l bekend, opgeilagen in den Tuin van
den Edelen Heere w i l l e m h o o f t te Amfier-
dam, indien niet de van daar overkomende
Vogelen', mogelyk de Tortelduiven, deszelfs
Z aad, juist ter regte piaatze, by eenen
cdelen Minnaar der Kruiden, gebragt en
uitgeworpen hebben ?
V . o welke nieuwe Wonderen hebt gy
my hier opgegeeven! . . . Voeg er noch al
meer b y ?
A. Wa t begeert gy meer te weeten?
V Den tyd , hoe lang de Zaaden vruchtbaar
blyven.
A. Hierin is groot v e r fch il! Sommigen
idra, anderen twee, en, zo voorts, tot der-
t ig jaaren. Eenigen verzekeren z e l f s , dat
men Zaad, twee' honderd jaaren oud, gezaaid
zynde, heefc zien opkoomen. Aan
deeze langduurige vruchtbaarheid moet gy
IV. DUL H ¿e-
'1 .
<1/
Ifl'
P \ Í;
Ji,
:1 J»
I r y