M' i I X
l i ’ t í I ' I .
M ■A '
':i «
i
. i r ' t, r 1Jü
1 ■ 1 ¡ ' "1 ......
1
i i ' ‘
í ¡ If
n 'i!
■
1 r
j iii 4
! |
i
!■ ?1 '1’
í. ! ,
1
3 7 6 E CH- 0> ©P 0 E P 0 ES.'
A. Om. dat wy maar de helft der drfe
Vaerzen van ovmius gehoord; hebben.
V. W y moesten ze dan geheel- verilaaia
hebben ?
A. Zeker! doch da-t het nu- niet volkoft
men gelukt die ten antwoorde te krygen*
moet. gy o f aan den Wind.,, dien wy by
ongeluk heden te hard hebben, ^toefchry“
ven ; o f om. dat wy niet op de- best®
plaats ftaan. De Bewooners van dit Ade»
lyk Buis hebben ttsch dikwils hier , o f
even van deezen o e v e r , in een fchuitjs
op het water gezeten, voile Latynfche o f
Nederduitfehe Vaerzen- , door deeze Echo-
hooren herhaalen . . . . Gaan we nu eenige
treden links a f . . . . Roep nu-« eens
Echo , zyt ge ook hierS
'* .
V . Ik roep met eene vry luide ftem*
maar ik kryg geen antwoord.
A. Dit komt, om dat uwe klanken thans;
aan de regterzyde voorby het Huis weg;
v lieg en, en zieh in d’e lucht v e r lie z en ....
Nu noch eens weer geroepen op de voo?
tig e plants.
V . Hier is de Echo weer , gekomen!:
A. Wyken wy nu eens naar de regter-
hand . . . . . Roep nu eens „
Eeho, zyt ge eok hier ?
V.
e c h o o p d e f o. e l. , 3 7 7
- V. Ik hoor eeae andere Echo ! die nie®
laeér dan één woord, hkrl antwoort.
A. Z o is het ook. De voorige Echo is
op nieuw geheel w e g , om dat uwe woor»
den thans voorby het lin-kergedeelce van
het hnis vliegen, en de laatñe fyllaberin
den Cirkel der Boomen aan üw e regterhand
ftuit : dus trefe gy daar eene andere
Echo aan, doch die niet meer dan éém
fyllabe antwoordt.
V . In welk eene opgetogenheid hebt g f
my gebragt ! Kon ik denken, dat gy my
deeze verwonderlyke Echo hier zoudt laaten
hooren! . . . Gaa voort, en onthaal
my heden , na dit vermaak, op anderen
. . . . . . Nu naar het Sourenfclie
Woud gegaan !
A . W y keeren nu wel terug, maar zui-
len eenen anderen = weg neemen, wyl ik
niet gaarn denzelfden tweemaal bewandele.
Slaan wy dan links a f , door de Hei naar
het ftille Dorp Hai, o f om den w e g ,
diè heden wat lang zal vallen, te bekor-
ten, willen wy het- ter zyde laaten liggen
, ea onze wandeling naar het Dorp
Eerbeek rigten.
V. Onder weg praatende over de Echo’s ,
waarvan gy my mogelyk nog wel wat
meer kunt zeggen ? ..............
A. Zö! gy w ilt! W y l ik dan merk,
A a y ' dat
!