
J -
T'
¡ 1 - V y -
4» . :
I l i '
428 , E , I ,K E ,B O O M E N.
4éns duiiHS haalen kan ! . Z y beiden zya
niettemin niet meer dan Planten. Jk" heb
Eiken in ons Land g e z ien , die men voor'
byna v)fhonderd Guldens ve rko g t, en wat
is dit Moschje waardig ? Onlangs mat ik
er ! éénen , op een Landgoed in het Graaf-
fehap Zutphen, en bevondt den Stam zes
ellen in den; omtrek ^ dik , en de : Takken
veertig treden over het kru|s uitgegroeid.
„ Tw e e foorten van deeze Boomen heeft men
in , ons Vaderland, die TJ ligtlyk fta _het
o o g . zullen y a lle n : de eene laat in deo
Herfst zyne .Bladeren va llen : de andere
behoudt ze tot . laat in de Lente , zelfs
zo la n g , tot dat de nieuwe groene Bla-
. deren uitfpruiten. ,Men acht ,,p: dat. deeze
foort het 'hardiie en fijnfte Hout uitle-
v e r c , taaier dan het uitlandfche.
V. Deeze is een andere Boom !
A. ’ t Is een d e n n e - o f m a s tb o om .« De
Voorzienigheid fchonk ons deezen gewoo-
nen , indedaad eenen fraaien hooggetopten
Boom, veel van eenen Eik verfchillende,
aanzienlyk door zyne lynregte hooge ge*
daante, langen Stam, en geregelde T a k ken
, die altoos bekoorlyk ruisfchen , al
voelt men beneden niet hec minfte Windje.
, Ply draagt zeer aartige "Appelen van
eene houtagtige zelfsftandigheid , wegens.
hunne langwerpige gedaante Kegels gehee-
- . ’■ ten,.
B E N N E BIO 0 M E . N. 4 2 9
ten, :nuttig om den Oven te ftooken',
alzo zy ' eene menigte Terpentyn bevatten;
fierlyk wegens hunne dekfels, die geregeld
ftaan, en de gedaante van Vischfchubben
nabootzen. Onlangs zag ik te Nimwegen,
„by den Heer van su c h te le n , een waardig
Minnaar van Natuurlyke Zel Jzaamhe-
den, eenen Dennetak, draagende zesendertig
zulke Kegels, alle digt aan elkander
zittende, zo fraai in myn o og, « als
zyne Verzameling van Romeinfche Pennin-
g en , in den omtrek dier Stad gevonden,
voortreffelyk is. .
V. My v a lt hier in , dat dit zagt ruisfchen
der Dennen, mogelyk, het hand-''
geklap der Boomen i s , waarvan ik by
den Profeet jesaias geleezen heb?
\ A. Dit - denkende, zoudc gy U zeer
vergisfen." «Toen j e s a i a s fchreef: alle ¡Boomen
des Felds zullen de handen te zamen
klappen, LV. 12. (dien Tekst bedoelt gy
im m e r s ? ) hadt hy, geenszins het oog op
de Dennen: . z y . ruisfchen,: maar klappen
niet in de handen. Liever denk ik , dat
hy de laage Oosterfche Palmboomen (Cha-
mserops himilis') genoemd, ter onderfcheidin-
ge van de gewoone hooge Palm- o f Da-
delboomen) bedoelde. Gy-skunc dezelven
in de Kruidtuinen ^onzer, Vaderlandfche A-
cademien zien, cn dan ^opmerken, dat de
Bla-
'\ ■!:
K 4l
Ä'l
m
-I
i j ß .