
ii f ff-
« /:
4 3 2 a n d e r e IN tA N D S C H E BOOMEN*
gezien» eenfe- nuttige uitwerking cp on*
zen geest hebben. Althans ik ondervin-
d e , dat zy myne ftomp geworden den-
kdnskragten verievendigen en ophelderen.
Hoe die b y k om t ,.. weet ik niet. Doch ik
verbeuge my over de uitwerkii gen deezer
vier Beweegingen op mynen g e e s t, en laa-
te , uit dien hoofde, niet na, wanneer
ik by Wateren o f Boomen gaa wandelen,
in den aanvang, my, al vry lang, met
die vertooning te verlustigen, om er dat
voordeel van te genieten. Beproef, o f
het ook zo met ü is —— Laat my nu
’ t ftuk vervolgen. Weinige lindeüoomen
zult gy hier vinden. Zy groeien liever in
de vette gronden der Dorpeo, - en laaien
zieh gewillig behandeleq, zo als men
goed vindt. Ik heb e r' ednen te Ooster-
■wyk, een Dorp in de Meyery van ’s Hertogen
Bosch, gezien, hebbende zulke verre
uitgebreide Takken, dat duizend Menfchen
zieh daaronder konden verfchuilen tegens
den Regen. Eiders heb ik ze opgefchoo-
ten, en daarna de Takken zylings uitge-
bogen gevonden, waarin men eene Katner,
bevloerd met planken, ' en voorzien met
banken en ftoelen, om er met een Gezelfchap
te gaan zitten, gemaakt hadt,
klimmende men met eene trap daarin op,'
Op de Hofftede Woescduin by Haarlem
ftaat
; E, Ï N D E B 0 0 M E N,
la a t eene gfeheele Làan van zulìte Boomen
, het ônderfte, boveb gezet ; zo ,
dat thans de Takken zyn;, hec geen eer-
tyds de .Wortelen waren;, en, nü d’e Wor-
teien ; die voorheen de Takken üitmaäk-
ten , zynde deeze omkeering aan de kromme
gedaante der Takken noch genoegzaam
te zieh. Eó die gelükc niet alleen in deez
e , maàr bok io. meer andere foorten^ vah
Boomeb» by Welken mett dan gèen Meer
onderfcheid iQsfçhen. de . Takken en de
Wortelen ^antrefc, dan dat de. eerften;
te vboren in den L u ch t; nb‘ in de Aarde
ftaan; ,en de laatften; te vooren in
.'den grond , nü Bladeren; Bloemeb en
Vruchten draageni
. V'. .D a n , al dé heerlykheid deezer ti-bt/
fche Bobmeb is geheel verdweene'n ih den
Winter! Zo drä de Herfst komt; zwy/
gen dë Wouden; de zingènde - Vogelen ;
als Vdbrweetende de toekomende treurig-
h e ld ; zyn ef b y , tyds üit vêrtrokken|
de Blaaderen valleii ä f; alles ftààt haakE
en kaal, als heel verftorven!
Ä. Nii; gaat gy ■ te ver! OntneènÌÈ bns
de Schepper äl iret liëflyké van het groè-
öe in dèn Winter; zd wy het hebben
Y f t e n ? De d e n n e n , die gy daär zie t|
dorren immers niet. Begeert g y kitoos
groene Laanen , d f Heggen j neerö ällebH
■ J V , DEKt'. E e d^g'
Ì ■
K a I'
n\
11
F
t
Y