
1)
5 0 VERSCHE IDENHRID IN BLOEMENí
öngelooflyk groote k on s t, in maar weinige
dingen van het zelfde geilagt o f foort
verfchillende te maaken. Dit voerde alleen
de Heer van alles in ’ t oneindige u i t ,
en Hy h ad t, ook daartoe alleen het ver»
mögen.
V. Nu g y van derzelver Verfcheidenheid
fpreekt , wil ik ook hiervan gaarne
raeer w e e te n , dan g y my reeds gezegd
hebt.
A. We^ke zal ik Ü dan eeyst noemen,
de Verfcheidenheid in ' gedaante , iiand ,
bloeien , koleuren , reuken , nuttigheden en
dergelyken ? Ik weet n ie t , welke van
deeze alien de meeste verwondering verdient.
V. Laat de Verfcheidenheid van gedaante
voorafgaan.
A. Deeze is waarlyk onuitfpreekejyk,
en g y v in d t , hier op n ieuw , den ouden
rege l van Eenvormigheid en Verfcheidenheid.
Gelyk de Menfchen , Dieren , Vogelen ,
V is fch en , Infeften en Planten onderfcheiden
zyn van elkander; zo verfchillen ook
de Bloemen , op dat w y ons nimmer in
de eene o f andere vergisfen zouden. Ea
hoe groot niettemin dit v e rfch il moge zyn ,
men kan egter aanilonds z ie n , dat eene
Bloem geen V o g e l , geen' In fed , geene
P la n t , maar eege fchoone Bloem z y . Zie
' ' ■ . daar
j É R S C H E I D E N H E ID IN BLOEMEN. St
daär eene zeld^zaame L e l ie ; die alleen uit
één wit Bloemblad b e ita a t, en egter is z y
zeer fraai. Weinige Bloembladeren hebben
de Tulpen ; niettemin is derzelver gedaante
majeftueusch. D e Ranonkels bezitten ze in
een zeer groot g e ta l ; z y leggen in de
kéurigíle o rd e ; te fw y l die der Tulpen i*egt
op ftaan ; en anderen op allerlei w y ze ge-
boogen liggen. Het Standelkruid (Orchis) zo
veeltallig in fo o r ten , vertoont de gedaante
van fchoentjes , kapjes , v lie g je s , o f fpince-
koppen. Het B lo em p je , dat w y PalanUá
Eruciata Tioemen i vertoont ons duizend kruisjes.
D ie der Braüdnetelen zyn als met éen’
hollen zönnefcherm zeer keurig överdekt. Al-
lerfraaist is de bleekgeele B lo e iii, door den
Geleerden schwenckE Fagelia géheeten naaf
den Edelen Heer h en d r ik fagel ; Griffier der
Staaten G en e ra a l; die de Staatszorgeti met
dé edele befchouwing der fchoone Kruid-
künde géwoon is a f te wisfelen. De eze
Bloem heeft eenen vlakken E e l k , in vieren
met gelyke ílippén verdeeld. De Bloem-
k rod n ; eenbladig; heeft de gedaante vaä
éenen B o l, die op den vlakken Kelk l ig t ;
, doch beneden eene opening h e e f t , bm de
inwCndigé Bloemdeelen niet te k w e t z e h ;
maar daarin te bewaaren. Deeze Bol is
ään eene zyde des Kelks met een halsje
vast ; en wanneer g y , den anderen kanfi
D 2 .bp'-
t