
Ill ‘I
t ' Í I }7
96 Z A A D H U I S J E S .
V . En deeze Verfcheidenheid en Fraai-
heid zal ik ook in vreemde wilde Planten
vinden ?
A. Gelyk ’er geene Plant is , o f ;zy
heefc haare kenmerken en haare eigen
Bloem, waardoor zy onderfcheiden is van
anderen: zo heefc zy ook haare eigen’
Zaaden, en byzondere Zaadhuisjes, die zo
overkonffig zyn gevormd, en daarom zo
uitmuntend aan, hun einde beantwoorden,
dat de ongevoeligite Mensch gewis daar
door getroffen moec worden, en, willens
o f on willens, erkennen „ Daar is geea
gewrogt in de ganfche Natuur, ’c geen
niet van zynen Maaker getuigt. De kleen-
ile Zaadhuisjes zelve ademen de grootheid
van den Aanbiddelyken God !”
V . Zal ik hier, tot myne fchande, aF
v/eer moeten zeggen: leer dit ook eenen
ongeoefenden L e e r lin g ! '
A. Ik verftaa LJ! Dat ik Ü dan die
ook aanwyze, dat ik U ook hierin h.elpe!
Wanneer de Zaaden beginnen
te rypen, wprdt het tyd aan deeze byzondere
taalc te beginnen. Alle Zaadhuizen,
die U maar voorkomen, moet gy onder-
zo ek en; en deeze kleene aangewende
moeite zal tiendubbel vergoed worden door
hec verrukkend gezigt van de almagtige ea
wy ze zorgen, die zo verfchiilend, en
eg.'
V
1 I L S E H K R U 1 D»! 97
egtef zo behoedzaam, ten aanziene vaü
de inítandhouding der Planten gedraagen
zyn. Daar ftaat het zw a r t bilseamíroid
(Hyofiyamus niger) iaat ons hetzelve tot
een voorbeeld kiezen; gy z ie t , de Plant
ve rdort, dus is het Zaad ryp. Ik zal er
één Zaadhuisje affnyden, en ü dat verklaaren.
In deezen langwerpig ronden Bol
o f Kelk (Piaat 3 .) Fig. i . a , a, zicten oü-
noemlyk veele kleine Zaaden. Het bo*
venfte hoog opfteekende deel, ia v y f punten
uitloopende, b , b , is zeer fraai gea.
derd: het dient, om de te vroege uit*
florting van het Zaad te beletten. Om
er in te kunnen z ien , za l ik den Bol
fchuinsch houden Fig. 2. en dan verneemt
g y , dat op de ronde opening, waar de
bovenfte Zaaden lig g en , dat i s , waar de
Bol zieh vernaauwB o f toeloOpt, eep
Dekfeltje gelegd is in r , c , op d*t de
Zaadjes er niet te vroeg uitgeftort, o f ,
door Vogeltjes en Infekten ontdekt, aan*
ftonds geroofd zouden worden. Dit Dekfe ltje ,
gelykvormig aan die langwerpige D e k le ls ,
welken op onze groote Kommen, die
men Tehnes noemt, gemaakt worden, ziet
g y Fig. 3, Het is met een Knopje in
’t bolronde midden voorzien, o f eene
Menschlyke Hand, als 't w a r e , lust
mogt krygen, om het te willen oplig-
IV . DEEL. G ten:
' i n II
"ii :|i
É f 'I'i ■ piA'
if y 11
4 ‘i r
i , ' -
[‘ iM.
a I