
. „I,.. ' (
i : U i
i l
Ifl ! ' j / ci
'•■'.i:* j
VI
), :
ii'' !■
n i ' i
‘ , - .f 5
h i ] i l / '
l i .! .1
r ;
I ' i ' i !M' HXMi / i I
rlIi
i i -i V
1 1 1 ! I'
f'i J
fli ;«l.
. «
i t
f 1
- .Y I ! M fe
,:■ iI .'
5 -I .
t: ! ■
ii . i
G K A A N K 0 R Ki E L s .
vast met fterke vliezen en tange ftekek*
om behoed te worden- tegens de fchroo-
Icen'de Zonneftraalen , terwyl zy groen *
Jong en week zyn; zou anders de hette
dezelven te ’ vroeg doen ’ inkrimpen e a
droogen; zou de veelvuldige Regen ep-.
Da a uw, ben ongedekt vindende,. dezel.
ve a doen rotten; zouden Infeélen hen ook
Runnen beleedigen : e in d e lyk , zouden do
Korrels, by de inzamelinge, door dea
•hotzenden wagen, ^die ze naar de Schuu-
j e v o e r t , uitgeftort worden en verloorea
gaan; zeg m y / i s er dan minder Wysheid
in de plaatzing der Graankorrels in.
d e A iren, dan in de formeering der Stengels
? • J ■
V Voorzeker geene mindere! M a a r ,
hoe wordt Ta rw , Rogge , Boekweit,
en Haver ryp ?
' a . Wanneer de . Plant alle haare kragten
heeft aangewend, oiji de 'Graankorrels
te vormen; wanneer Daauw en Regen
dezelven hebben helpen zwe llen; wanneer
de, aanvoer der fappen in de Plant
yermindert;’ wanneer de gloeiende Zon deze
lv en , van den vroegen morgen tot den,
Jaaten a vond , befehynt en droogt ; dan
wordt het groot werk der rypmaakinge
bevorderd, en van trap tot trap voltooid
-___ - Hebben dan de Airen lange
" i Sten-
S;TENGELS. MAAIEN. OOGST, 2®
Stengels ; ftaan .zy digt by elkander/;
zyn zy lang; hangen z y , ten teken van
zw aa r te , geboogen; is derzelver groen©
in eene goudgeele koleur veranderd; hoe
verbeugt zieh dan de tandmaní Hy
fpreekt van maaien tot zyne Knegten eö
Nabuuren; hy ruimt zyne Schuuren op;
gaat aan den arbeid; Ilaat met den ßkfeel
alles ter neér; terwyl Vrouw en ? Meiden
garven maaken, en alles tot^ft droogen
by hoopen opzetten, zaamelende de Kinde-
ren de verlooren’ Airen pp by busfels;
en mag hy dan, eene wylie tyd s , droogte
hebb en, dan brengt hy zynen f c h a t , wél
gewonnen, juichend onder het dak,
. V. En hoe- veel haald hy dan in ?
A. Dit vale niet wél naauwkeurig te
■bepaalen, dewyl dit afhangt van de Gron-
den, van het. Weder, en van den aart
der Graanen. Tn eenen Hegten Oogst zal
één morgen Lands, by voorbeeld, by
Leiden 'dertig, in eenen niiddelmaatigeQ
vier o f vyfendertig, in eenen buitengemee-
nen veertig zakken Graanen leveren; doch
elders veel minder,
V. Hoe veel is een Zak ?
A. Indien ik ü dit bepaalen w ild e ,
zou ik U in eene groote uicweidifig brengen,
die weinig nuts zou geeven, ten
zy gy een Koopman werdt, ’c Geeft eene
geÍ!
/
l l ’ .. ii* ;|
■ ' f e l