
t I !
li i’d
I
1 ^ 0 A LG EM E E N E I N K 0 M S T E N.’
deezen is , heeft tevens gew ild , dat het
Oosten vruchten zou draagen voor het
Westen, ea hec Westen voor hec Oos-
ten: insgelyks het Zuiden voor het JNoor-
den, en het Noorden voor het Zuiden.
I le t profyt des aardryks is voor allenì D it
kon Salomo in meer kragt dan één zyner
Voorza.aten zeggen, om dat deeze fcbran-
dere Vorst, het bejang van den Koophan*
del voor zyn Volk kennende, zieh fterk
bevlytigde, om die profyt des aardryks al-
gemeener te maaken, dan hec tot dus verre
was geweeft, dac is , om zyne Onder-
daanen het genot dsr Inkomften van andere
Landen door den handel te bezorgen,
En hoe zeer dan de geringe Onderdaan van
den Monarch moge verfchillen, zy komea
egter daarin overeen, dat de Koning zelfs
zo wel als de Landman van het veld ge-
diend wordt.
V. De een heeft egter meer ^nder,
.. , ;
A. Ik weet u hier geen beter antwoord
te geeven, dan het geen dp Heere j e sús
zynen Discipelen leerde: het is niet in
den ovrrvloid gelegen, dat iemant leeft uit
zyne goederen. Luc. XII. 15. Het waare en
gcDoeglyke leven, dat alleen den naam
van leven draagen mag, beftaat hierin,
dat men, als een onderdanig cn geloovjg
Kind
W E I N I O G E N O E G , 1 4 1
f t !
Kind van God, le e v e ; dat men te vrede
z y mec elke gift des Hemelfchen Vaders
hoe gering die ook z y ; dac men deszelfs
hooge heerlykheid met zyne eigen’ groote
onwaardigheid fteeds erkenne, en wat be-
ters altoos in het oog houde, dan deeze
Waereld geeven kan. Weinige dingen dus
noodig te hebben, is de waare grootheid
der Ziel; en weinige dingen zyn groot
voor een groot gemoed, Wy hebben niets
in den ovaereld gebragt; het is openbaar, dat
wy ook niet kunnen iet daaruit draagen.
Maar als wy voedfel en dekfel hebben, wy
zullen daarmede vergenoegd zyn. 1 Tim, VI.
7 , 8. Zo fprak een Man , niec om dat hy
voorheen niet anders had kunnen, maar
om dat Hy nu niet anders wilde fpreeken.
PAULUS hade, om een nederig Nayolger
en Prediker van j e s u s te z y n ; alle Groot-
heden en Rykdommen der Waereld, waartoe
zyne geleerdheid eo kundigheden Hem
zekerlyk den weg baanden, vrywiJlig ver-
za ak t, en vergenoegde zieh nu volkomen
met hec geringe e n 'weinige, dat hem in
de Evangelieprediking zo vaak te beurt
viel. Did geringe, dat weinige, was waarlyk
voor Hem, die boven de Waereld
verheven was, voPfomenlyk genoeg -
Voor ’t overige, waarin ook Grooten en
Geringen mögen verfchillen, z y alien heb*
44 I ■k'.' -'épi
- .11 A fe
^ 'hob
' I f ñ h l