
'i u
D í t
l l f
,'11 í
‘H
BIS* W A= T E R V. A'V L.
altoos in dien wocsten oord verlooren, het
geen ik zou bejamraeren. ,
A. Niets van dit alles is er gebeurd 2
Maar de gemelde Heer, gedreeven door
eene pryfelyke nieuwsgierigheid, om dien
onbekenden Watervai ce gaan zien, reis-
de derwaards, en Vondt, by de bezigti-
g in g , dat ik er by U niet te hoog van
opgegeeven hadt; dac het Origineel de
gemaakte Tekening, die niet anders kon
va llen , overtrof, en meer aandoening
dan dezelve in Hem verwekte; dat o o k ,
indedaad, volgens myne voorfpelling, de
Myweg tusfchen het Meertje en de Wa-
te rv a l, door het overftroomend en door-
•zypend W a te r , verzonk en verlooren g in g;
cn , by eenen gelukkigen inval, befloot
H y die onder het oog van den Baron
TORCK, Heer van Rozendaal, te brengen,
met eenen voorilag, om niet ilegts de
gedreigde verwoestingen door ’ t , Water
tydig tegen te ' gaan; maar ook ie ts ,
beboudens de Eenzaamheid d e r , plaats, en
de Woestheid der Natuur, te maaken,
dat de coekomende Aanfchouwers meer ver-
rakking, en tevens eenig gemak aldaar
kon toebrengen.
V , En áit Plan werdt verworpen ?
A. Hec is de gewoonte van dien Edelaisn
niet, em . Lieden van fmaak en
kan»
W A . T E R V A t . 2 1 9
kundigheid dus te behandeîen, veel min
een. Plan van dien aart onaandagtig onder
it kleed te ileefcen. Hy verzogt my ,
gelyk ook de Heer v a n r o y e n wilde ,
aan den Waterval zelve met Hem te komen
, de laatfte daar gemaakte ver woes-
singen, fints ik er geweest w a s , te bez
ien , en tevens het ontworpen Plan al-
daar ' met Hem te onderzoeken, en te
bepaalen. Dit deedt ik in uwe afwezig-
beid.
V. En het befiuit daarop was?
A. b a t niet alleen ik , maar z e lf de
Baron to r c k dat Plan goedkeurde, en Hy
aanftonds handen aan deszelfs volvoering
liet fiaan.
V . Wa t heeft men er dan gemaakt?
A. Die onvermoeide Edelman g a f last,’
dat meri eenige halve Cirkels van Den*
neboomen agter het Meertje tegen den
opgaanden Berg zou planten, op dat elfe
Aanfchouwer, ftaande by, den W a te r v a l,
en _ bet oog over het Meertje fiaande,
door eene grootfche befchouwing g e tro ffen
zou worden; dat men den fraallen
iagezonken Ryweg tusfchen den Waterval
en het Meertje zou ophoogen, en eenige
Paalen in den grond heyen aan de zyde^
des Va ls om het geweldige wegfcheu-
len van den grond des Rywegs en het
in-
“ h
f. - i’i