
■ H
'• t,
i ■
i,i .fc
i
■
1 1iM i ’
34.8 V U U R S L A A N»
dan branden: want van de Zeep, uit vcei
olie en loogzouc beftaande, blyfc er in
het Linnen nog iecs hangen, dac de brand-
baarheid vermeerdert.
V. En wanneer ik dan, in den nagt
licht begeer te hebben, o f in andere gevallen,
behoef ik maar het Staal op eenen''
Steen te flaan, en het ftille Vuur,
daarin zittende, zal bewoogen worden,
en er uitvliegen, gelyk gy my gezegd
hebt. ( 1. Deel. bladz. 4 15 , en in dea
tweeden en derden Druk. bl. 416 , 417.):
A . Dit kleine Verfchynfel is zo onbekend
als de reden, waarom de Zeep het
Linnen fchoon wascht, o f Tonder uit Linnen,
in Zeepnat gewasfchen, eer vuur vati
D a n , gy > raoet myn gezegdp wél .verftaan-.
Het ftille Vuur zit niet meer in den
eenen Steen, dan in eenen anderen. By
bet flaan van het Staal op eenen Steen,
v lie g t, het Vuur uit het Staal by Voa-
ken, gelyk gy we et, en fteekt den Tin-
tei aan: doch die Vpnken«zyn geen eenvoudig
Vuur, maar yzer- o f ftaaldeetjes,
gefmoltea door het Vuur.# dat door den
geweldigen flag gaande. gemaakt is , en
d ie , noch gloeiende, den Tintel in
brand fteeken. Zo gy hiervan overtuigd
wilt zyn , flaa vuur op een ftuk papier#
en h-3zie de gedoofde yonkea met een Mi-:
croscoop, . V ,
V E R S L E E Ï E N L I N N - E N , 349
V . Uic den"^ eenen Steen komt ' egter
meer Vuurs dan uit dra anderen ?
' a . Ik herhaal h et, dat in den eenen
n i e c meer Vuurs, dan in den anderen z i t ;
doch dewyl de flag van het Staal op eenen
aagten brokkelenden Steen niet fterk is , ft
geen plaats heefc op eenen zeer harden;
Ï0 z a l , in het eerfte geva l, de , wryving
o f flag niet fterk zynde, geen o f
w e in ig , maar , in: bet tweede , veel
Vuurs voor den dag komen. . . . Keeren w y
terug . . . .
V . T o t het verfleeten Linnen?
A . Ja! dat dient uitneemend by hec
verbinden van wonden, en gewis niec minder,
wanneer het vermaalen is , tot heC
maaken van ft overnuctjg Papier, hoewel
men dat ook van andere dingen be-
leiden kan. Op ons Papier, dat zo veel
boven dat der Ouden vooruit" heeft, zetten
w y , door drukken o f fchryven, onz
e gedachten, waarheden en uitvindingen,
en laaten ze na aan den Nakomeling. Door
dit middel deeldt men ook- elkander de
grootfte geheimen in Brieven mede; o f men
ontvangt de aangenaamfte tydingen van
onze gelieffte Vrienden uit verren Lande.
Door dit middel zendt de Vorst z y ne
bevelen aan afgelegen’ Onderdaanen; fie
Koopman ontbiedt er allerleie goederen
. doof
I
Í fc.
• if;