
< |l| ’ 4 ' . 5
" ’ , i.! J im
£ ■ ’ ! Il |(i i'll;
I i l
“
!u ,
■Í
! Á ' I » ! Ilj
t 1 - - f Í A
• ' á f ’ ■'■ #
I r ; L .
■*
ieften vangt, flegts ofn een Kabinet t i
maaken: w’anneer gy de Lengte op Zee
vin d t, dan wanneer gy eenen Wagter by
Mercurius ontdekt. Gy kunt derhalven ia
Z u l k eene 'Plant twee oogmerken te gelyk
bereiken; ik wil ■ zeggen# gy zoudt in
dezelve de hooge Magt , Wysheid eO
Goedheid van den Schepper , en tevené
haare nuttigheid voor «U o f voor anderen
kunnen ontdekken , en dus de gemelde
twee groote einden zamenvoegen, de Eer
van God; en het Nut van het Vaderlandi
V . Zyn deeze tien Regelen, by xxvi Onderwys
gevoegd, nu genoeg ?
A. Ditmaal voor U genoeg! — A iles
byeengenomen' baant' dfcn Weg, om de
onkunde te verdryven, door eene mede*-
deeling van een groot getal van denkbeel-
den aan ftet Verftand, *t ' weik ■ de eerfte
trap is tot deszelfs volmaaking om
altyd over Ü zelven en ál wat U om-
ringt nuttige Aanmerkingen te leeren
maaken —— - om veel voordeels aan de
Weetenfchappen, Konften en Fabrieken:onzes
Vaderlands toetebrengen — om den
Mensch van bygeloovigheden te Verlosfen,
zyne inbeelJing befer te leeren beftieren,
en teérgevoelig voor ' f t fchoone te doea
Worden —L—• om , door eene heblykheid
van waarneemen, behoed te worden voor
_ a : l die
NUT DER, B E S C H O U W IN G E N . J O t
die misfelyke . vereeniging van waarheid en
dwaaling, van goed en kwaad, van diugd
en ondeugd -----— om U en anderen te
behoeden voor dc befmetring der zonden:
want wie eenen onverwinnelyken fmaak
krygt in zulke verftandelyke vermaaken,
waartoe de befchouwing der heele Schepping
ons wil brengen; wie de Orde ,
Overeenftemming, en onfchendbaare Regelen
tot . onderhouding, door den werkdaa-
digen invloed van den wil des AlraagtF
gen in ft Heeläl, opmerk, krygt, by
eenen grooten toevoer van vreedzaame ge-
coegens, zeer veel aanleiding, ora ook
geregeld te zyn in zyne_ denkwyze en bedryven,
en bygevolg om tegen wanorde
ea zonde op zyne boede te zyn ; ding
e n , die anders den geest in het gebruik
zyner verftandelyke vermogeus zo. zeer belemmeren
, afrukken, en verlaagen; die
de lieflykheid der Overdenking beneemen,
en niet dan fmert en berouw naiaateo
— vooral , om ons te verheffen
tot de kennis des Allerhoogften, en
dus Diet dan w iare pligten te le e ren ;
waarom ik U , telkens in. alle onze
Zaamenfpraaken, tot denzelven heb willen
geleiden.
V. Ik wenschte dit laatfte, door uw
geheel Onderwys ve rfpreid, in een k o r - ,
i i 3 «e
/■?