
f. '
ó ' i '■••■I
If y:
2 7 6 H O 0 I B O Ü W.
bouw overal ia ons Vaderland niet zO
kortduurend is ?
A. Gy hebt wél gezien! In Hollands -en
Frieslands vette gronden , waar bet zwaa-
rer groeit, Jaat men het veeltyds veertien
dagen, min o f mee r , afgemaaid op hec
veld liggen : geen wonder, zo het in dien
tyd door den regen dikvvyls nat wordr ,
en de inzameling deswege traag o f vogtig
toegaat.
V. Mogelyk is dit dan te langduurig,
o f nadeelig vOor den Landman?
A. r Beide heeft hier plaats ! T e r weg-
neeminge dan van dit kwaad , heeft de
patriottifche yver eenen Vaderlandfchea
H e e r , e l o y s v a n „ t r e s l o n g , een middel
doen uitdenken , dat van een zeer
goed gevolg is , te weeten, hy heefc eene
Hooiegge bedacht , d ie , door een
Paard, voortgetrokken, het afgemaaide Gras
den ganfchen d a g . omwerpt, en dus fehie-
lyk doet droogen.
V . Deeze heb ik nooit gezienJ,
, A. Daarover verwonder ik my niet
Het is nog niet lang geleeden, dat dit
nuttig Werktuig uitgedacht is ; doch, nu
bet er is J nu men veele dankzegging
daar voor aan dien Heer verpligt is , ilaat
de hardnekkige aankleeving aan de oude
gewooonte van langzaam hooien hetzelve,
'•/ ' ' op
pp veele plaatzen, in den w e g . . De on-
' dankbaarheid en het vooxoordeel iiremmen
dus de algemeene invôering.
V. Zo worden dan de beste ^ uitvindin-
gen beloond !
A. Dit is niet zeldzaam ! maar niemant
ftrafc ; daardoor een ander meer dan zieh
zelven , terwyl de üitvinder niets van zy-
nen waaren roem verliest.
V, En dan wordt hec gedroogde Gras
(om tot hetzeJvo: weer te keerenj in huis
gebragt P
A, Veele Landlieden doen dit zeer k w a lyk
bedacht ! Die het brengen in Hooiber-
g e n , van Huizen ' afgezonderd , handelen
verftandig : want de uitwaasfemingen van
het H o o i, en het fto f by ’t uithaalen onder
het dak van ’s Landmans wooning,
beide fchaadelyk, maaken hem , kortbors*
t ig , waarvan ik U , des noods, veele
voorbeelden zou kuonenCi opgeeven , waarom
men hem dit ten fterkftcn moet afraaden.
V. Hoe nuttig is dan dit Hooi tot
Wintervoeder !
A. W é l gezegd! W y konden geen Vee
in den Winter houden, ten • minften niet
in dat aantal: ook zouden wy byna geen
voedfel daarvoor hebben , en dus ook
V le e s ch , Melic, Boter, en Kaas ontbee-
. S 3 r en ,
I ;
Ì7 U
V \
•i *
r ' l *