
3o6 A A R D D E R , B O O M B Ni,
tweemaal fterven der Boomen gezien heb»
ben ? Hy maak hen tocb dus levendig;
a f : z y ' zyn loomen in het .afgam van
den herfst, onvruchtbaar , tweemaal geßorven.
vs. 12. W il Hy z e g g en , dat z y ,
hoewel eerst Bladeren, dat i s , eeae
fchoone groenende gedaante van heldere
kennis en onbefmette Godsvrucht vertoond
hebbende, daarna , toen men z a g , dat
dezelven op niets uitliepen, en alle aan-
ge wende moeite tot eene waare verbete-
iing ydel w a s , eindelyk geh'eel in de
dorre onkunde en afzigtige ongeregtigheid
geilorven zyn ?
V. Is dit HU alles ?
A. Neen! ; Gy moogc Ü verder verwoi>
deren, dat de Boomen, om eene fchoo*
ne gedaante te behouden, akoos naar boven
opgroeien : .al is h e t , dat gy het
uitbottend . Zaadfpruitje in den grond om*
k e e r t: het zal; zieh toch aanftonds weer
ombuigen, en naar boven ukloopen, w y l
het de Lucht zoekt ------- - dat eenigs
Boomen van buiten onaanzienlyk , van
binnen fchoon getekende en doorloopende
vlammen en ftreepen hebben ; fen, daar-
cntcgen , dat anderen , van buiten fraai
van fchors en takken, van binnen min
fierlyk voor het oog zyn ----- da® dc
Bast van deezen rimpelig , r u ig , oneffen ,
e»
•A & Jl 0 D E R B Ó O M E N* gpy
mqt diepe vooren bezet is ; doch die
van geenen glad en bevallig dat .
eenigen teér zyn , en zieh krommen;
veor het minfte Windje-; doch dac anderen
de felfte Orkaanen taften ^at
Commigen binnen weinige jaarea volwasfen
z y n , en dan gehakt willen worden; doch
•dac anderen gaarne eene halve o f eene
geheele Eeuw beleeven, en , zonder a f ‘
•te neemen , meer dan eenen Bezitter •
fchynen re willen behaagen. Zie daar
■mtien byzonderheden , gewisfe proeven
indedaad eener meer dan .Menschlyke
Wysheid. O f bekoort. U deze VerfcheF
denheid niet ?
V . Zyn er geene meer?.
A. Kunnen deeze blyken van AI*
magt en Vernufc ü niet g en o e g . zyn ?
W ik gy,; verder op derzelver G r o e i, o f
Gedaante letten , dan zya er ze k e r ly k ;
nog meer anderen.
V . En dan is de eerfte byzonderheid?
A . Da t , vermids de beste en fchoonfte
uitbreiding, zo w e l in deezen als in-
de Vruchtboomen , ; eea halfrond maakt ,
de Boomen ook zulk eene gedaante ontvangen
hebben.
V. Ik verftaa dit zeggen niet volkomen.
A. Het w il z e g g en , dat de Boomen,
en breed uitgroeienda , van verre
ge*
i
K
r
■» fe
i <■' I
A.
.‘itt--/- k .