P L A A T S I N G D E R P L A T E N .
D r e n t s c h l a n d s c h a p ...............................................................Tegenover den titel.
H e t K a s t e e l K e s s e l .................................................................................................. * ■ 1
O u d -W a s s e n a e r * ^
G e z ic h t e n in D r e n t h e . D o Brink t e Assen. — Hunebed bij
Eolde. — Grafkelder bij Eext. — Eext » 37
W e s t - S o u b u k g . — Ter Hooge. — Het ronde pntje. - Oost-
Soubnrg................................................................................................... *
A a n z e e b i j D om b ü r g . — Westboven. — Dombnrg » I 3 7
H e x L e x k e n s v e e r . — Talitha-Knmi. — Op den Wageningsehen
berg. — Opheusdensche v e e r . . . ...................................................... 151
De k e r k t e R h e n e n . — Heimerstein. — De Rijn bij Grebbe . » 179
K a s t e e l t e B r e d a . — Bij het kasteel te Breda. — Oosterhout » 191
I n h e t M a s t b o s c h . — Citadel-monnment. — Duivelsbrug bij
Ginneken. — Prinsenhage ................................................... .. . 228
K a s t e e l E n g h d iz e n . — Hummelo. — Kasteel Keppel................ » 247
K a s t e e l W is c h . — Kerk te Hoogkeppel. — Kasteel Schmlen-
- ...................................................................... . . . » 295
De P a a u w , Buitenverblijf van- Z. K . H. P r i n s Frederik der
............................................................................ * *s$(j
_ ^ . . . » 333 De .............................................................................................
HET KASTEEL VAN KESSEL IN LIMBURG.
’t Is niet zoader reden, dat de geschiedvorscher belangstelt
in die. oude bürgten en edele huizen, wier bouwstijl eninrigting,
ondanks de veranderingen door den tijd aangebragt, nog altijd
van gansch andere beboeften, dan die wij kennen, blijven getui-
gen. Licht en lucht mögen in onze woningen niet ontbreken;
op een doelmatige verdeeling der inwendige mimte stellen wij
prijs; onze vertrekken moeten zooveel mogelijk met elkander in
gemeenschap staän, maar elk er van moet toch ook zijn’ eigen
toegang hebben. Daarentegen kunnen wij de dikke muren, de
uitspringende torens, de diepe en breede grachten missen, en
de eischen van weerbaarheid dwingen ons niet, ons met smalle,
spaarzaam aangebragte en onregelmatig geplaatste lichtopeningen
te-vergenoegen: Zonder twijfel zijn die oude kasteelen, met hun
vaak zoo grillige lijnen, hun hooge daken, hun diepe venster-
nissen, vrij wat schilderachtiger dan onze moderne huizen, en
is ’t vrij wat aantrekkelijker, in de holle gewelven, de geheim-
zinnige schuilhoeken, de half duistere kamers dier voorvaderlijke
verblijven rond te dolen, dan de ruime gangen en vierkante,
met spiegelruiten verlichte zalen, door dit geslacht gesticht, te
doorwandelen. -Maar als er sprake is van b e w o n e n ^ S ’t is
V. i