Een pad door den tuin leidt naar de woning van den direc-
teur der gestichten, die, door opgaand hout overschaduwd, te
midden van een tamelijk grooten hof is gelegen.
S t e e n b e e k is het oudste gesticht, maar het nieuwste huis.
Het oude Steenbeek bestaat niet meer.
De jaren 1876 en 1877 bragten groote verandering en veel
zorg en rouw in Zetten. Den 11*® Julij 1876 stierf Heldring.
En naauwelijks was zijn opvolger, Ds. H. P i e r s o n , tot zijn’
werkkring ingeleid, toen op 14 April 1877 een geweldige brand
het Asyl tot den grond toe verwoestte. De directrice, Mej. Voüte,
hoogbejaard en krank toen de brand uitbrak, ontsliep vier dagen
daarna.
Nu kwam de kerk op den vlugtheuvel te stade. Op den rui-
men zolder was gelegenheid, slaapplaatsen aan te brengen. Twee
der pilaren waren tot stookplaatsen geschikt. Loodsen werden
tegen de zijmuren opgeslagen. En reeds spoedig was het nieuwe
gebouw gereed, dat beter dan het oude voor zijn bestemming
kon worden ingerigt. Met de eischen en behoeften door de on-
dervinding geleerd, kon rekening worden gehouden, en naar het
sclnjnt, voldoet het huis aan de verwachtingen. Wat wij er van
zien onder geleide der opvolgster van Mej. Voute — Mej. J. H.
K rm j f — maakt. een’ günstigen indruk. Dat moet zieh echter
tot het bezigtigen van kamers en Werkplaatsen bepalen, want
teregt wordt de vreemdeling niet tot de Asylisten toegelat.en.
Zij moeten niet kunnen meenen, dat zij als merkwaardigheden
vertoond worden,, en een bezoek, hoe belangstellend ook, kan
toch nooit een denkbeeid geven van den geduldigen arbeid der
liefde, die hier noodig is om vertrouwen te winnen, om schaamte
en berouw, maar ook eergevoel en besef van menschenwaarde
op te wekken, om ootmoedig en blijmoedig geloof te-kweeken,
om aan orde en werkzaamheid te gewennen, om diep ingewor-
telde verkeerdheden en zonden te leeren bestrijden , om van siechte
gewoonten en niet te bevredigen behoeften te genezen, om de
gebroken zedelijke kracht te hernieuwen , om den strijd te voeren
inet al de verschrikkelijke magten, die zieh hier openbaren,
Tot ons leedwezen is de directeur tijdens ons bezoek op reis,
en al worden wij overal welwillend ontvangen, toch is daardoor
natuurlijk dat bezoek vlugtiger en oppervlakkiger dan wij liad-
den gehoopt. Trouwens, wie meer in bijzonderheden wenscht te
weten, in welken geest en op welke wijze hier gewerkt w o rd t,
welke' teleurstellingen zijn ondervonden , welke vruchten gehoopt
mögen worden, welke vragen nog onbeantwoord bleven, die
vindt in de verslagen, sints 29 jaar in het jaarboekje Ma g d a l
e n a geplaatst, overvloedig gelegenheid om daarvan kenms te
nemen. Te.vens zal hij kühnen zien, welke waarde is te hechten
aan den zin der letters U. V. W. in den gevel geplaatst:— dat
is Heldrings zinspreuk: U i t Ve r l i e s Wi n s t , en Piersons erva-
rin g , toen zooveel slagen Steenbeek troffen en zooveel schade t
bedreigde: U i t k oms t Vol Wo n d e r e n .
Hebben wij nu het kerkje gezien, op den heuvel in ’t geboomte,
dat de graven van Heldring en. Petronella Voute over-
schaduwt, dan kunnen wij van Zetten afscheid nemen. De Nor-
maalschool is w.egens de vaoantie gesloten en haar beteekenis
ligt ook niet in kamers en zalen. Door de stille velden wandelen
wij terug. De avond is gevallen en over de Betuwe ligl rust. en
vrede. Menschen zien wij nog maar weinig meer. De arbeider
en de boer gaan vroeg te bed. Van spoken en weerwolven hebben
wij geen last en de „grappige stoep” springt ons niet op
de schouders, om zieh een eindweegs te laten dragen. Niet ver
van Ra n d wij k bereiken wij weer den dijk en aan ’t veer treffen
wij de gierpont met zijn’ trouwen H i n d r i k weer aan. Donkere
wolken pakken zieh zamen. Daar broeit een onweer, dat met
regen en hagelslag dreigt. In kalme majesteit stroomt weer de
rivier tusschen de in schemering gehulde oevfers, verdwijnend in
het nevelig verschiet. Als wij in ’t hotel teruggekeerd, nog eens
een’ blik op de Betuwe werpen, is alles in duisternis gehuld.
Maar de indruk van wat wij er mogten leeren kennen, is nog
krachtig en levendig en van verre brengen wij aan Zetten onzen
welgemeenden groet.
De Dinge loopt </0(>k dukkels onder kroos en wier en don