vallen gebouw door een plein „met rondeelen en beeiden ver-
cierd” was vervangen, daar vinden wij nu een laag weiland, en
waar de voorburgt met zijn’ ronden toren den toegang tot het
slot verleende, staat thans een heerenhuis van nieuweren bouw-
stijl. Alleen enkele muurbrokken nevens dat huis kunnen tot de
overblijfsels van het oud en edel gesticht behooren. Hadden de
Zuid-Nederlandsche broeders de eenvoudige piramide niet op
Marnix’ graf geplaatst, er zou in West-Souburg geen enkele her-
innering aan hem over zijn.
Längs den nieuwen weg keeren wij in de rigting van Middelburg
terug. Hij draagt het zijne er toe b ij, om -’t verkeer
längs den ouden nog te verminderen, want hij is kaarsregt en
dus de kortst mogelijke. Overigens zal hij wel niet ligt worden,,
wat de oude weg is geweest en nog is. Het uitzigt aan de eene
zijde er van is onherstelbaar bedorven door den spoorwegdijk,
die ’t kanaal en wat daar achter ligt ten eenemale verbergt.
Aan den anderen kant is het beter. Daar vormen weiden, door
hoog en digt geboomte begrensd en van helder water doorsne-
den, een reeks van vrolijke en vriendelijke landschappen, terwijl
de Vl i s s i n g s c h e w a t e r g a n g zieh hier en daar als een niet
onaardig stroompje vertoont. Niet altijd zal intusschen de wan-
delaar zieh aan die landgezigten kunnen vergasten. Längs den
weg is welig groeijend hakhout geplant, dat om de twee jaar
wordt geveld en daar komen jaren, waarin hij niets ziet. Dan
zal hij best doen, dezen weg over te laten aan hen, die haast
hebben.
Al treffen wij het zoo ongunstig niet, toch haasten wij ons
het zijpad in te slaan, dat links af leidt en als d e Abe e 1 er
we g bekend is. Hier vinden wij weer hoog en wild hout, kloeke,
oude wilgen, uitgewaaide populieren, digte elzenschermen, längs
de breede sloot, die de buitenplaats Vi e r wege n van den weg
afscheidt, en bij de kromming het donker geboomte, waaruit
het geele huis, van gras- en bloemperken omringd, te voorschijn
treedt. Voorts komen wij door een groen gewelf en voorbij sta-
tige , schilderachtige abeelen, längs vette weiden, met de op
Walcheren zoo eigenaardige boterbloemen en meidoornstruiken,
en weldra zien wij voor ons het bosch van ’t aloude t e r Hoog e.
T e r Ho o g e ligt aan den Koudekerkschen straatweg, niet
ver van Middelburg, en de fraaije torens der stad, die wij
overal, waar het hout maar openingen heeft, hoog zagen uit-
steken boven de velden, rijzen ook nu weer daar ginds uit
de boschjes op. Als wij op den straatweg zijn gekomen, ligt het
prächtige landgoed met zijn heerlijk hout vlak voor ons. De graaf
v a n Li j n d e n , die er door zijn huwelijk eigenaar van werd,
heeft het in de laatste jaren aanmerkelijk verfraaid. De vroegere
toegang tot de plaats is afgesloten, maar de steenen banken onder
de zware kastanjes verleiden daar nog den wandelaar tot een
oogenblik rustens, om een’ blik te werpen op het huis met zijn
beide torentjes tusschen de schoone beuken en het groote gras-
plein er voor. Maar wij moeten nog een eind weegs längs den
zoom van het bosch, waarin wij meer dan een’ sierlijken beuke-
stam opmerken, eer wij den nieuwen, breeden oprijweg vinden.
Als wij dien volgen, dan komen wij de oranjeriegebouwen voorbij
en den rijken bloemenschat, die er gekweekt wordt! Dat hazen
en konijnen voor grafelijke tuinen even weinig eerbied hebben
als voor het koolveld des dorpers, blijkt ons uit de hekjes van
ijzerdraad, waardoor alle perken beschermd moeten worden. De
aanleg is grootsch en ruim. Uitgestrekte gazons, breede paden,
trotsche boomgroepen, digte boschpartijen vinden wij er in over-
vloed. Ook het huis is groot en deftig. Naast het front van het
hoofdgebouw rijzen twee torens o p , ter halver hoogte met klimop
begroeid, en twee vleugels springen vooruit, eindigend in sierlijk
met slingerplanten omrankte veranda’s. Van het oude slot is
alleen een der torens over. ’t Was voor de slooping in 1751 een
huis met twee trapgevels en een torentje op een onregelmatig
plein, van stallen en nevengebouwen omringd en door een gracht
ingesloten, Over de gracht leidde een ophaalbrug naar een’ vier