Hier wordt de zuivel voor het paleis en het hofgezin bereid en
alles ziet er even frisch en smaakvol uit. De buitenplaats, die
nagenoeg 69 bunders groot is, munt, zooals haar naam reeds
doet vermoeden, vooral door haar eikenhout uit. Het gedeelte
aan den kant van den straatweg is heuvelachtig, even als Raap-
h o r s t , en vooral met dennen en hakhout. begroeid. De portiers-
woning ligt tegenover den ingang van B a c k e r s h a g e n . .
De laatste buitenplaats, waarvan de bezigtiging ons nog over-
blijft, is Gr o o t -Ha e s e b r o e k , in 1854 aangekocht. Onze weg
derwaarts loopt door het park van de P a a uw en längs de groote
weide daarachter. Op den Wassenaarschen binnenweg komen wij
u it, niet ver van het dorp, dat met zijn kerktorens en zijn’ molen
aan den voet der duinen ligt. Het zijspoor naar de prinselijke
bezitting leidt tevens naar het aanzienlijke Jandgoed Du i n r e l ,
dat den baron v an P a l l a n d t toebehoort. Zoodra wij het hek
bij het portiershuis door zijn, hebben wij den prächtigen, 40
bunders grooten hertenkamp betreden. Ruim 150 herten leven hier
als m volle vrijheid. De ligte ijzeren afscheiding aan de overzijde
van den breeden waterloop is tegen het digte hout naauwelijks
te zien en aan de andere kanten verdwijnt zij geheel achter de
strmken. Heuvels en dalen, met kort duingras begroeid, zijn
overal afgewisseld door wonderschoone groepen van wilde eiken,
die hun knoestige takken wijd in het rond uitslaan, geteisterd
en vergroeid door den zeewind, maar daardoör rijk aan die zoo
uitnemend schilderachtige vormen, aan het houtgewas onzerduin-
streken eigen. Een oude populier, met vier zware stammen, wed-
ijvert in forsche schoonheid met de koningen onzer wouden, en
wenden wij ons nog eens om, dan zien wij bij den ingang der
wildbaan een liefelijk landschap, echt Hollandsch bekoorlijk, waar
elzen, wilgen en peppels bij het brugje over den kalmen vliet
en het Wassenaarsche torentje er achter, zieh baden in den gloed
der reeds ter kimme neigende zon. ’t Is een heerlijke wandeling
door den hertenkamp, längs den met ruwe struiken bewassen
golvenden duinzoom, en na alles wat wij reeds zagen, boeit ons
dit tafereel ook door het verschil met den vorstelijken aanleg,
dien wij zooeven verbeten. Lang en vermoeijend was de togt,
maar de gedurige afwisseling houdt de belangstelling levendig, en
de rijk dom aan schoonheden van zeer uiteenloopenden aard bewaart
voor die verzadiging, die ’t bezoek aan zoo uitgestrekte buiten-
plaatsen anders eindelijk meer een’ last zou maken dan een lust.
Aan ’t eind van de wildbaan woont de opperjager. Bij zijn
woning zijn de volieres, waar de goud- en zilverlakensche fesanten
met hun schitterende kleuren worden verpleegd , en hier vinden wij
de lange lanen van eiken en beuken, die elkander over het land-
goed kruisen. Die rijweg links leidt naar Backer shagen. Ginds
komen wij in een ouderwetsch sterrebosch, met een steenen
beeldje in het middenpunt. Daar loopt de breede laan tusschen
welig akkermaalshout. Ook hier overal verscheidenheid in aanleg
en beplanting. Het heerenhuis wordt vernieuwd en ingerigt tot
verblijf voor den hofmaarschalk. Aan het front is ’t een modern
gebouw, met ,twee vooruitspringende vleugels. De achterzijde is
oud en onregelmatig en sluit zieh aan bij een’ ommuurden tuin.
Stallen en schüren staan er nevens en hoog geboomte omringt
het. Een ruim grasperk met sierlijke boomgroepen breidt ervoor
zieh uit en tegenover den voorgevel loopt een breede graslaan,
die zieh verliest in het bosch.
En nu is onze togt bijna ten einde. Niet ver van het huis
vinden wij den uitgang. Wij zijn nu achter Oud-Wassenaer en
kunnen den zandweg inslaan, die tusschen Ba c k e r s h a g e n en
R u s t - e n -V r e u g d op den straatweg uitkomt, of wij kunnen
vooreerst nog den weg vervolgen, längs B l a n k e n b u r g , waar
Gr o e n van P r i n s t e r e r eenige jaren heeft gewoond en de
oprijlaan van ’t aan den voet der duinen gelegen Voor l inden.
Wij komen dan bij Wi t t e n b u r g op den Leidschen weg.
Wat wij ook kiezen, na den vermoeijenden dagmarsch is de
afstand tot de residentie nog groot genoeg. Evenwel, de weg is
aan schoonheden rijk en hij loont den wandelaar ruiinschoots.