96 OVER V SIiOE.
Kruiningen, nvi binnensdijks veilig, hebben beiden menigmaal
door het water geleden, maar tbans dankt de landman aan die
vloeden den heerlijken kleigrond, die de milde bron van zijn
welvaart ,is. Rijk is ook het land van Goes. Dat zien wij wel
aan de menigte van dorpen, aan de prächtige akkers en weiden,
aan het welig houtgewas, waar wij doorheen vliegen, en stellig
verdient de schoone landstreek en de vriendelijke hoofdplaats met
haai fraaije kerk een naauwkeuriger kennismaking, dan waartoe
wij thans gelegenheid hebben. Even voorbij Kruiningen kwamen
wij t kanaal van Ha n sw e e r t over, de nieuw gegraven vaart,
die de gemeenschap tusschen We s t e r - en Oo s t e r - S c h e l d e ,
door de afdammingen verbroken, herstelt. En weldra stoomen wij
over den dam door h e t Sloe, den rivierarm, die Zuid-Beveland
van Walcheren scheidde. Ook hier vinden wij de slikken en schor-
ren , de poelen en kreeken weer. Ook hier overzien wij uitgestrekte
watervlakten. Daar ginds, längs Ve e r e s hooge kerk, zien wij
111 zee en aan de andere zijde ontwaren wij den blinkenden Spiegel
der We s t e r - S c h e l d e . Maar ’tgeheel is toch veel minder grootsch
en verheven, dan wat wij zooeven aauschouwden. Ook is de zon
ondergegaan en de wondervolle spelingen van het licht geven
aan het landschap die betooverende heerlijkheid niet meer.
Welkom op Wa l c h e r e n . Althans sinds ruim honderd jaar i s ’t
hier Walchersche grond. Vruchtbare polders werden in de beide
laatste eeuwen in dezen omtrek aangewonnen en de eilanden
Nieuw- en St. Joostland aan den vasten wal verbonden. Het
stedeken A r n emu i d e n , dat het in 1438 verzwolgen Oud-
A r n em u i d e n verving, zag door die landaanwinningeu zijn welvaart
verloren gaan. Eertijds onmiddellijk aan de breede rivier
gelegen, bloeide ’t door koophandel en visscherij. Kloekerzeelui
dan zijn varensgezellen waren in gansch Zeeland niet. Maar de
reede verzandde, de handel verliep. Daar ginds liggen aan den
dijk zijn armoedige huizen en zijn nog altijd merkwaardige kerk.
OUDE •VVEBLDE.
Daar rijzen de hooge torens van M id d e lb u rg . Nog weinige
minuten en het hijgend stoompaard houdt een oogenblik aan
’t Station der Zeeuwsche hoofdstad stil.
Wij kunnen niet dan een vlugtig overzigt nemen van de stad
zelve en van het bezienswaardige, dat zij aanbiedt. ’t Ontbreekt
trouwens ook niet aan gidsen uit de laatste ja ren , die den volke
Middelburg in zijn’ tegenwoordigen toestand hebben leeren kennen,
en wie de Zeeuwsche hoofdstad zal doorwandelen, haar merk-
waardigheden wenscht te bezigtigen, haar roemruchtige geschie-
dehis wil hooren verhalen, die kan geen’ beter leidsman vinden,
dan de heer F. Nagtglas zieh toont in zijn’ G id s v o or M i d d
e l b u r g en oms t r e k e n , waarvan de tweede druk in 1878
verscheen.
Op den vreemdeling maakt Middelburg den indruk van een
nette , stille plaats, die overal de herinneringen bewaart van voor-
maligen bloei en zieh voorbereidt tot nieuwe ontwikkeling. Wat
prächtige woningen hebben zijn rijke patriciers en zijn vermögende
kooplieden in vroeger jaren gesticht! Wat weelde hebben
zij tentoongespreid in den bouw hunner huizen! Hoe munt onder
allen de vorstelijke arduiuen gevel in den L a n g e d e l f t , in
1733 door P i e t e r van d e n Br a n d e gebouwd, in rijkdom
van versierselen u it! Gij zoudt daar geen kerk der Christelijk
Gereformeerde gemeente zoeken, en zelfs de toren, die zieh hoog
boven de omliggende daken verheft, geeft er het voorkomen van
een bedehuis niet aan. Die is trouwens ook niet voor kerktoren,
maar voor Observatorium gebouwd. Ook als wij eenigen dier
heerenhuizen binnen treden, treft ons de ruimte van portalen
en vertrekken, de vaak kostbare betimmeririg en het schilderwerk
aan zolderingen en schoorsteenen, de uitgestrektheid veler
tuinen. Jammer, dat de fraaije en zeldzame, met Chineesch lak-
werk versierde voorzaal van het oude huis van E w a l d u s van
de P e r r e in de N o o r d s t r a a t is verkocht en weggebroken,