l g DItIK TIXDPBRKEN.
den helderen hemel, terwijl de wilde boomen en de bemoste
m u r i van het burgtplein een prächtigen voorgrond vormen D
beging van het slot blijkt ons niet alleen een rqkdoro van treffende
vergezigten aan te bieden, maar — wat zeker bi] zijn
stichting vrij wat meer zal hebben gegolden - mt een krijgs-
kundig oogpunt beschouwd is zij allergunstigst. Van dne zijde
beheerscht het kasteel den stroom en wat m de vlakten, zoowe
aan deze als aan de overzijde, naderde, kon met ligt aan het
oog des wachters op den toren ontgaan, terwijl de veste op den
heuvel voor nachtelijken aanval genoegzaam geynjwaard was.
? Is dan ook niet vreemd, dat wij te Kessel een1 toi ymdon.
De ronde gedaante, met kleine, weinig uitsprmgende halfronde
uitbouwsels tot bestrijking der muren, wijst op een hoogen ouder-
dorn In de l l du en 12<le eeuw was deze vorm algemeen. De grond-
slagen don ta rg t i l «au dien Mächtig» ctern mt d » « ■
trek van Vi sé, waarvan ook de St. S e r v a a s en de 0. L V.
k e r k te Maastricht zijn gebouwd, en die in de l l dS 12 ® en
eeuw veel werd gebruikt. Later, waarschijnlijk m de 14 eeuw,
werd op den ouden grondslag een nieuwe boyenbouw van mer-
gelsteen opgetrokken, terwijl M B m de H H B
tegenwoordige woonhuis werd ingengt, ten deele g —
oorspronkelijken ringmuur. De ingangstoren o. a. schijnt mt dren
tiid te dagteekenen. De drie tijdperken, door bouwstql en bouw-
stoffen aangeduid, vinden hun bevestigmg m enkele geschied-
kundige gegevens. Op 1 eind der l l de eeuw treedt de eerste
graaf van Kessel op. In 1338 timmerde M B K^ ‘
s e l den bürgt. In 1579 werd het hms afgebrand. Van Ro-
meinsche constructie is tot nog toe niets meer geyonden. Mis-
schien schuilen de overblijfselen van het o u d e „castellum m den
heuvel. Strategische redenen deden ,m den lpop der 3 eeuw
de ronde bürgten vervangen door vierkante gebouwen, me ver
uitspringende torens op de hoeken, die de muren gebeel be-
streken en dus ieder punt daarvan veel beter tegen bestormmg
beveiligden. Als overoude versterking is dus ook het slot e
Kessel merkwaardig. Met den L e i d s c h e n burgt en de rmne
't SLOT VAN BINNEN. 19
van T e y l i n g e n vertegenwoordigt 'het een in ons iand overi-
gens geheel verdwenen type.
Daar het bewoonde gedeelte betrekkelijk niet oud is, is het
inwendige minder belangrijk, dan het eerwaardige uiterbjk van
het kasteel zou doen vermoeden. Tooh heeft het nog genoeg, om
onze opmerkzaamheid te verdienen. De vierkante toren aan het front
bevat een ruim voorhuis, dat in verbinding staat met eene vrij
groote zaal, wier in de diepe nissen geplaatste vensters over
het voorplein op de rivier uitzien. Aan de zaal grenst een hoek-
vertrek , in een" uitbouwsel van later tijd dan ’t oorspronkelijk
kasteel. Het overige gedeelte der benedenverdieping van het hoofd-
geböuw wordt ingenomen door de trap en een groote, onher-
bergzame keuken, met een zware zoldering, kleine ramen in den
dikken muur en een’ reusachtigen schoorsteen in den hoek. Voorts
vinden wij er een enge binnenplaats, waarop de deur van het
portaal van trap en keuken uitkomt, zoodat deze beide noodige
gedeelten van het huis uit de zaal niet dan door het voorhuis
en over de plaats te bereiken zijn — zeker geen zeer navolgens-
waardige inrigting! In den lageren ringmuur aan de rivierzijde
is de oude galerij nog genoegzaam te herkennen. Boven vinden
wij eenige vertrekken aan weerskanten van een’ smallen gang,
waarvan enkelen op de binnenplaats uitzien. Die aan den voor-
kant hebben het voorregt van uitnemend fraaije vergezigten.
Een klein kamertje, in een der halfronde torentjes uitgebouwd,
wordt als de voormalige slotkapel getoond; een ander vertrek
bevat een klein museum van merkwaardighedeh, waaronder wij
een aantal urnen opmerken, in het land van Kessel opgedolven.
De tegenwoordige bewoner van het kasteel, een gepensioneerd
hoofdofficier der artillerie, heeft deze niet onbelangrijke verzame-
lmg bijeengebragt. Het huis wordt verhuurd en het onderhoud
laat blijkbaar te wenschen over. Sterk is nog het metselwerk en
niet gemakkelijk zou het zijn', het te sloopen. Ook zou het ma-
teriaal vermoedelijk de kosten van het afbreken niet loonen. Dak
en zolderingen ondergaan den invloed van weer en wind, en
welhgt zal men Over eenige jaren van „de rulne van Kessel”