VI INHOUD.
Op W a l c h e r e n ........................................................................................................................ B iz . 8 7 .
Voortdurende veranderingen. — Bezwaar en genot. — Protector et hostis. — Barre tog-
ten. — Be brng over ’t Hollandsch Diep. — In Brabant. — Een fantastisch land-
schap. — Op Zeeuwschen bodem. — Ove r’t slot. — Oude weelde. — Hetstadhuis.—1|
Middelburg’s oorsprong. — De abdij. — In het stadhuis. — In het museum. — Naar
Vlissingen. — De Vlissingsche weg. — Andere tijden. — Het ronde putjen. — Schoo-
nenburg. — Oost-Souburg. — Nog onvervulde beloften. — Verdwenen heerlijkheid. —
West-Souburg. — Nieuwe Vlissingsche weg. — Ter Hooge j a - Vijvervreugd en Toren -
vliedt. — De tweede dag. -—• Een gespaarde poort. — Een rijk landschap. — Brig-
damme. — Popkensburg. — Zeeuwsche eigenaardigheden. — Serooskerke. — Boeren-
weelde. — Soetendale. — Rijnsburg en Overduin. — Ipenoord en Zeeduin. — Oost-
kappel. — Kappel of Kapelle P — Een lästige koster. — Een prächtige wilg. — Duin-
beke. — Berkenbosch. — Westhoven. — Het uitwendige van het kasteel. — Westhovens
geschiedenis. — De manteling.a^a Domburg. -— Naar het strand. — Een
prächtig vergezigt. — Domburgsche oudheden. — Een oude haven. — Een verwoeste
woonplaats. —' De zangersbond „Walcheren”. — Het Schuttershof. — Heeren van Domburg.
— Over de weidjes. — Waterloozewerve. — Heriuneringen. — Laatste indruk-
ken. —■ Aanteekeningen.
B i j W a g en in g en e n R h e n e n ....................................................................... B iz . 1 5 1 .
Grinnes en Vada. — De omnibus. — Hoekelum en Bennekom. — Oude en nieuwe
weermiddelen. — B ij, maar niet in Wageningen. — Op den Wageningschen berg. —
De berg bij avond. — De berg bij dag. — Het Lexkens-veer. — Duur gekocht aan-
zien. — De rijkslandbouwschool. — Doel en vooruitzigt. — Verschillende verzamelin-
gen. — Proefstation. — Proefvelden. — Vrede en strijd. — In bange dagen. — De
woerden. — In ’t land van Cremer. — Hemmen. — ,,’t Kleine revierke.” — Veler
weldoener. — Heldring’s stichtingen. — Talitha-Kumi en Bethel. — Steenbeek. —
U. V. W. — Onweder. Naar Rhenen. — Op de stoomboot. Opheusden en Kes-
teren.|i§- Aan ’t veer. — ’t Koningshuis. — Kerk en stadhuis. — De Heimenberg. —.
Herinneringen. Heim erstem. — Terug naar Wageningen. — Aanteekeningen.
B r e d a en o m s t r e k e n ......................................................................................................... B iz . 1 9 1 .
Een militaire stad. — Breda en het leger. — Een merkwaardig plekje. — Het Valken-
berg. —- Verdwenen luister. — In de stad.' — Opkomst van Breda. — Oudste geschiedenis.
— Uitbreiding en versterkingjfö- Kerk en toren. — In de kerk. — Graftom-
bes. — Nog eens graftombes. — Een bescheiden vraag. — Graaf Hendrik. — De
doopvont. — De fabelachtige bürgt. — De drie kasteelen. — Waar de Nassau’s woon-
den. ■— ’t Kasteel voltooid. — ’t Kasteel bedorven. — Belangrijke zalen. — De biblio-
theek. — De modelkamer. — Op de wallen. — Sloopingsplannen. — ’t Bagijnhof. —
Stadhuis en markt. — Beter dagen. — Ginneken. — Kerkhof en kerk. -piBij de Duivels-
brug. — Bouvigne. — In het Mastbosch. — De boschwachter. — Boeijmeer en Prin-
s e n h o e f . - Prinsenhage. —- Een fraaije straatweg. — Eenige teleurstelling. — Het
Liesboscli. — Regte wegen. — Leve de stoomtram! — Een eenzame weg. — Ooster-
hout. — Herinneringen. — Keetje. — Ruine van Strijen. — Geschiedenis en overleve-
ring. — Geestelijke gestichten. — De slotjes. — Terugblik. — Aanteekeningen.
In de n G e l d e r s c h e n A c h t e r h o e k ........................................................................... Blz. 247.
De Achterhoek. — Wat mee- en tegenvalt. — Tusschen Arnhem en Dieren. — Een
barre weg. — Een open vraag. ||p- Een kunstmatige rivier. — Uit den goeden ouden
tijd. — Nog is er plaats. — De Doesburgsche kerk. — Doesburgs verleden. — Allerlei
rampen. — Kerktoren te Drempt. — Een oud dorp. — De Ulenpas. — Troost uit
Rusland. — Een fraai dorp. — Heeren van Keppel. — ’t Huis verwoest en herbouwd.
— Het stedeken voor het huis. — De groote zaal. — Naar Hummelo. — Overeen-
komst en verschil. — Een onbelangrijk verleden. — Enghuizen. — Het huis. — Het
park. — Wegen buiten het bosch. •— Tubal Kain in het bösch. — De ijzerhut. —
Nijverheid en natuur. — Hoog-Keppel. — Een schilderachtige weg. Nieuwe uitstapjes.
— Op weg naar Dot-tichem. — Een vriendelijk landschap. -— Sion. — De
Kruisberg. —- Jeugdige veroordeelden. — Een goed werk, — Wat nog beter kon. —
Een storm in een glas water. — Bij Hummelo. — Doetichems oudheid. — Voorspoed
en rampen. — Het tegenwoordige Doetichem. — De Kemnade. — De bannerheeren. —
Het Huis Wisch. — Wisch van binnen. — Geschiedenis. — De Paaschberg. — De
Sehuijlenburg.||||pj Gaanderen. — Reckhem. — Bethlehem. — Slangenburg. — Aanteekeningen.
H e t H u i s d e P a a u w ..................................... .................................................... Blz. 3 0 7 .
Een belangrijke bezitting. — De „Paip weg”. — Het Huis den Deijl. — De Paauw van
den straatweg. — De stichter van het huis. — ’t Paleis van binnen. — Zegen in ’t
huis. -r- Het park van de Paauw. —- Prächtige partijen. — Bäckershagen. — Heeren
van Raephorst7 — Zanderijen en hooge koepel. — Het; oude huis. — Naar ter Horst.
— Een heerlijk bosch. — Ter Horst van buiten; *— Ter Horst van binnen. — Eiken-
horst. De nertenkamp. — Groot Haesebroek. — Dankbaar en voldaan. — Aanteekeningen.
D e D o o rw e r t h ...................... ............................. ....................................................... .. Blz. 3 3 3 .
Een bijna onzigtbaar kasteel. — Wegen naar Doorwerth. — Wolfhezen. — Tusschen Wageningen
en Renkum. Grunsfoort. — De jonkvrouw van Grunsfoort. - i | | Naar den
Doorwerthscheu berg. — Andere tijden, andere zeden. — In het bosch. — Bij de her-
berg. Het • kasteel. — Een gelukkige restauratie. — Doorwerths geschiedenis. —
Lotwisselingen. — Het park. — Fraaije punten. — De benedenweg. — Bij Ooster-
beek. — Aanteekeningen.
R e g i s t e r .................................................................................................................................... B i z 3 5 5
N a a m l i j s t v a n in t e e k e n a r e n .