eeuw van graaf G e r h a r d III. Door zijn’ zoon O t t o werden de
Privilegien bevestigd en uitgebreid. Overigens heeft de geschiedenis
van haar te verhalen, hoe zij in de 15de en 16de eeuw een’ niet
onbelangrijken handel dreef en van ouds haar bier vermaard was,
hoe zij door overstrooming, brand en pest werd bezocht, niet het
minst, hoe zij deelde in oorlogsrampen. ln de langdurige burgertwisten,
die Ge l d e r beroerden en in den strijd met de Bour -
g o n d i e r s werd zij herhaaldelijk genomen en hernomen. Ka r e l
van E gmo n d trachtte zieh haar behoud te verzekeren, door er
in 1527 een bürgt te stichten, die tien jaar daarna door de
burgers werd neergeworpen. Kerkelijke strijd beroerde haar in den
tijd der groote worsteling, en beurtelings was de prins of de koning
er meester. F r e d e r i k van T o l e d o liet ook hier droevige her-
inneriugen achter en L e y c e s t e r s Soldaten verbrandden eropde
markt de rijke boekerij van het Fraterhuis. De Franschen trokken
er in 1672 binnen en brandschatten de stad, terwijl, naar toen-
malig ki ijgsgebruik, de torenklokken tegen hoogen prijs moesten
worden gelost. In de 18de eeuw woedden ook hier de partijschappen ,
die het gansehe land verdeelden, en in 1705 met name maakten
zieh die van Do e t i c h em er verdienstelijk, door een hevig oproer
te stillen. Lang hielden haar de Franschen in 1813' bezet en
herhaaldelijk wisselden in den dageraad der bevrijding hun troe-
pen er - met kozakken en Pruisen af. Als een vesting van eenige
beteekenis werd zij door P r i n s Ma u r i t s in 1607 en door
Wi l l em III in 1674 belangrijk versterkt.
Een deel harer vestingwerken zien wij nog, wanneer wij ze
niet meer zouden verwacht hebben. Wij hebben de stad verlaten
en onze hooggeladen wagen rolt in zeer matigen draf over den
keiweg, längs de nieuw aangelegde en met linden beplante kerk-
hoven der Protestanten en R. Catholieken en de bijna vergeten
plaatsen, waar gesneuvelde Franschen en Pruisen nevens elkander
rüsten, längs huizen en herbergen — Doesburg heeft
een tamelijk sterk garnizoen — längs akkers en weiden en door
een tolhek zelfs. Wij zouden meenen, dat wij reeds m het
vrije veld waren, maar zie, daar rijzen nog de groene wallen
omhoog, die in wijden kring Doesburg aan de landzijde om-
sluiten en waarbinnen voor een aanzienlijke troepenmagt ruimte
wordt, gevonden. Daar staat ook nog een wachthuis bij de brug,
en eerst als wij die over zijn, hebben wij de stad verlaten, tot
wier voormalige sterkte de met biezen begroeide poelen en plassen
buiten den wal het hunne bijdroegen.
Ruim is het uitzigt uit de iepenlaan, waardoor de straatweg
loopt, over de uitgestrekte bouwvelden, in de verte door bosschen
begrensd en over de laaggelegen akkers längs den O u d e n I J s e l ,
met hun boerderijen in het hont. Een kloeke kerktoren vertoont
zieh reeds spoedig, als wij de vestingwerken door zijn en niet
lang duurt het, of ook de groote, nette kerk, dien toren waar-
dig, treedt tusschen ’t geboomte te voorschijn. ’t Is de kerk van
D r emp t , misschien geevenredigd aan de behoefte der zeer ver-
spreide gemeente, maar zeker geenszins aan het aanzien van het
dorp, dat het statige gebouw omringt. Het dorp toch bestaat uit
de pastorie, de school en drie of vier boerenhuizen. ’t Zou dus
naauwelijks onze aandacht trekken, als ’t niet was om zijn bede- -
huis, dat inderdaad de opmerkzaamheid verdient. De zware, maar
toch sierlijke toren is geheel Van duifsteen opgemetseld, in Romaan-
schen stijl, met fraaije dwergzuilen in de galmgaten, en ondanks
zijn’ hoogen ouderdom, nog uitstekend in stand gebleven. Zijn
schoone spits ontving hij in 1630, terwijl hij in 1863 uit wendig
een belangrijke herstelling onderging. Die restauratie, door //een
boerenkerkeraad” ondernomen, geeft inderdaad geen reden tot
klagen. Blijkbaar hebben de Dreraptsche kerkvoogden het werk
met liefde en niet zonder smaak ter hand genomen. Wel heeft
misschien het beeldje in den Z. W. muur, evenals het aan den
anderen kant geplaatste vrouwenkopje, door de pogingen tot